Nieuwe pensioenregeling
Alle informatie en uitleg over de nieuwe pensioenregeling. Wat betekent het voor u? Wat verandert voor werknemers?
Voor de pensioenopbouw van uw werknemers doet u iedere periode pensioenaangifte. U levert aan via een loonpakket of via het Selfservice Werkgevers Portaal. 1 januari 2026 geldt de nieuwe pensioenregeling van SPW. Dat betekent ook wat voor het aanleveren van loon- en premiegegevens (LPG). Veel blijft hetzelfde, maar er veranderen ook onderdelen. Een aantal zaken zijn belangrijk in de voorbereiding op die veranderingen.
Kort op een rijtje wat precies zo blijft als nu. Of u als werkgever zelf de pensioenadministratie doet. Of dat een administratiekantoor de pensioenaangifte voor u regelt.
U doet pensioenaangifte voor 6 premieproducten:
Het product ANWH (Anw-hiaatpensioenverzekering) vervalt. U leest hierover meer op de informatiepagina voor uw werknemers over de Anw-hiaatpensioenverzekering.
Als u aangifte doet via een salarispakket moet uw salarispakketleverancier zorgen voor een goede inrichting van uw pakket. Wij hebben de instructies hiervoor doorgegeven aan uw leverancier. Neem contact op met uw pakketleverancier bij vragen. In het Selfservice Werkgevers Portaal (SWP) kunt u vanaf 1 januari 2026 aangifte doen met deze nieuwe producten.
Als werkgever betaalt u pensioenpremie voor uw werknemers totdat zij de AOW-leeftijd bereiken. Dit geldt ook voor het FLOW-product. In de huidige pensioenregeling betaalt u premie tot de 1e van de maand waarop uw werknemer 68 wordt.
In de nieuwe pensioenregeling werken we voor het productloon niet meer met peildatum jaarinkomen. We werken vanaf 1 januari 2026 met het daadwerkelijke pensioengevend inkomen van de werknemer in de maand waarover u pensioenaangifte doet. Alle salarismutaties neemt u direct mee in de aangifte in de maand waarin deze optreden.
Vanaf 1 januari 2026 betaalt u premies over de eindejaarsuitkering en ook over de reservering voor de eindejaarsuitkering. Dit betekent dat de definitie van pensioengevend loon wordt aangepast. U hanteert in 2026 deze definitie:
Het vaste maandelijkse salaris dat voor de deelnemer in de periode geldt, plus de voor de betrokken deelnemer geldende vakantietoeslag en eindejaarsuitkering toegekend in die periode en de reservering daarvoor.
Deze definitie geldt óók voor de FLOW-premie.
In tegenstelling tot de huidige werkwijze hoeft u vanaf 1 januari 2026 het productloon en deeltijdfactor niet meer om te rekenen naar de cao-norm. De deeltijdfactor wordt bepaald door de normuren die u als werkgever hanteert. Deze kunnen hoger zijn dan de cao-norm van 36 uur (max. 40 uur per week). De deeltijdfactor is dus de verhouding tussen de uren die uw werknemer werkt (conform arbeidscontract) en de uren die u als werkgever als norm hanteert.
Als u aangifte via een salarispakket doet , moet uw salarispakketleverancier voor een juiste inrichting van uw pakket. Wij hebben de instructies hiervoor doorgegeven aan uw leverancier. Neem contact op met uw pakketleverancier bij vragen. In SWP kunt u de productloon-rekenmachine gebruiken.
Ziekte
Tijdens de eerste 2 jaar ziekte bent u wettelijk verplicht om loon door te betalen aan de werknemer. Het totale loon over deze twee jaren is gemaximeerd tot 170%. Hoe u deze 170% precies over de twee jaren verdeelt, is vastgelegd in de (collectieve) arbeidsovereenkomst van uw werknemer. Loontijdvakken waarin sprake is van verlaagde (minder dan 100%) loondoorbetaling levert u aan met verbijzondering ZKG (ziekte). De berekening van de pensioenpremies is altijd gebaseerd op 100% loondoorbetaling. Met andere woorden: u gaat de eerste 2 jaar ziekte in uw aangifte altijd uit van 100% loonbetaling. De verdeling van de premie tussen werknemer en werkgever kan gedurende deze periode afwijken van de standaard.
Let erop dat de FLOW-premies wél worden berekend op de daadwerkelijke (verlaagde) loondoorbetaling.
Onbetaald verlof
Wij gaan er standaard vanuit dat uw werknemer de pensioenopbouw en de premieafdracht de eerste 18 maanden wil voortzetten. Maar uw werknemer kan er voor kiezen dit niet te doen. Uw werknemer geeft de ‘opt-out’ zelf aan ons door. Deze opt-out geldt alleen voor de opbouw van het ouderdomspensioen. De overige premies (risicopremie, risicopremie nabestaandenpensioen en de twee soorten AOP-premies) blijven wel van toepassing en daarvoor loopt de premieafdracht dus wel door.
U doet voor loontijdvakken met (gedeeltelijk) onbetaald verlof altijd aangifte. Of de pensioenopbouw nu wel doorloopt of niet doorloopt. U doet aangifte met verbijzondering OVW (onbetaald verlof). De verdeling van de premie tussen werknemer en werkgever kan in deze periode afwijken van de standaard verdeling.
Let op: de FLOW-premies tijdens de periode van fulltime onbetaald verlof worden niet voortgezet. Deze zijn namelijk gebaseerd op het daadwerkelijke loon.
Oproepkrachten
Voor oproepkrachten die een loontijdvak niet werken doet u aangifte met verbijzondering OPK (oproepkracht), deeltijdfactor 0 en code meetelling Nee. De oproepkracht bouwt dan geen pensioen op voor dit loontijdvak. U heeft als werkgever de verantwoordelijkheid de werknemer hierover te informeren.