Veelgestelde vragen en antwoorden over toeslag in 2022

Wij kunnen ons voorstellen dat een tussentijdse verhoging van uw pensioen vragen oproept. Wij beantwoorden de meestgestelde vragen.

Per 1 januari 2022 heeft SPW al voor een deel de pensioenen verhoogd. Door gebruik te maken van de aanvullende maatregel wordt uw pensioen ook per 1 oktober verhoogd.

De verhoging per 1 oktober is als volgt:

  • 1,20% voor de actieve deelnemers. Dit is berekend op basis van de loonontwikkeling van 2,25%. Hiervan is 1,05% eerder geïndexeerd (per 1-1-2022).
  • 0,69% voor de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Dit is berekend op basis van de prijsontwikkeling van 1,3%. Hiervan is 0,61% eerder geïndexeerd (per 1-1-2022).

Of er wel of niet wordt verhoogd is afhankelijk van het toeslagbeleid en de financiële situatie van het pensioenfonds. Daarnaast kiest een pensioenfonds alleen voor extra verhogen als dit evenwichtig is voor alle deelnemers. SPW heeft per 1 januari al (gedeeltelijk) verhoogd.

Het klopt dat de inflatie hoog is. Wij proberen uw pensioen mee te laten groeien met de loonstijging als u pensioen bij SPW opbouwt. Of met de prijsstijging als u geen pensioen bij SPW meer opbouwt of gepensioneerd bent. Maar tegelijk spelen er meer zaken. Bijvoorbeeld de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Ontwikkelingen die niet bijdragen aan een stabiel vooruitzicht. Daarom maken we een goede afweging tussen wel of niet indexeren. We willen een consistent beleid voeren en niet van jaar tot jaar kijken wat in dat jaar het beste uitkomt. Dit noemen we toekomstbestendig indexeren. De Nederlandsche Bank controleert hier ook op.

Per 1 oktober 2022 verhoogt SPW de pensioenen. Deze tussentijdse verhoging is mogelijk omdat de overheid per 1 juli 2022 de regels voor het verhogen van de pensioenen heeft versoepeld. 

Bij elk besluit kijken wij naar de gevolgen voor alle deelnemers. Is het besluit eerlijk voor iedereen? Het effect van de verhoging van de pensioenen per 1 oktober 2022 verschilt per leeftijdsgroep. 

Daarnaast hebben wij de komende jaren te maken met de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Wij kijken ook naar de effecten van de tussentijdse verhoging op deze overgang.

De verhoging is per saldo licht positief voor ouderen

Dit komt met name doordat de uitkeringen van de ouderen (gepensioneerden) direct omhoog zijn gegaan. Zij krijgen meteen een hoger pensioen.

De verhoging is per saldo licht negatief voor jongeren

Dit komt doordat het vermogen van SPW afneemt. We keren nu meer geld uit, dus er is minder vermogen op het moment waarop we overgaan naar het vernieuwde stelsel. Ook neemt het aandeel van jongeren af (op basis van de opgebouwde pensioenaanspraken op het moment van de overgang naar het vernieuwde stelsel) in vergelijking met hun aandeel als er nu geen verhoging zou hebben plaatsgevonden. Jongeren bouwen nog pensioen op en gaan pas over jaren met pensioen. Het besluit raakt het pensioen niet dat ze opbouwen vanaf nu tot het moment dat ze met pensioen gaan. Daardoor is het uiteindelijke effect op hun bereikbare pensioen ook veel kleiner. Het bereikbare pensioen is het totale pensioen dat ze kunnen opbouwen tot het moment dat hun pensioen ingaat. Bijvoorbeeld: 

  1. Voor deelnemers die op moment van overgang naar het vernieuwde stelsel de helft hebben opgebouwd van hun uiteindelijk bereikbare pensioen, is het effect op hun bereikbare pensioen ook maar de helft. 
  2. Voor de jongste deelnemers die op moment van overgang naar het vernieuwde stelsel net pensioen beginnen op te bouwen, heeft de verhoging bijna geen effect op hun bereikbare pensioen.

Lees hier

de toelichting op de effecten voor voorbeelddeelnemers.