We zijn op 1 januari 2026 overgegaan naar ons vernieuwd pensioen. Hier leest u meer over de belangrijkste veranderingen.
Het uitgangspunt voor de hoogte van uw maandelijkse pensioen straks is hoeveel premie (geld) u samen met uw werkgever betaalt voor uw pensioen. Dit heet een premieregeling.
Bij SPW is de premie die u samen met uw werkgever betaalt even hoog als eerst. De verdeling van de premie tussen u en uw werkgever is ook hetzelfde gebleven. Voor uw werkgever is dat ongeveer 69% en voor u ongeveer 31% van de premie.
De premie die u en uw werkgever betalen gaat voor een deel naar uw pensioenpot. En een deel gebruiken we om kosten mee te betalen en een partner- en wezenpensioen te regelen voor als u overlijdt.
Hierdoor kan het kapitaal groeien waaruit wij later uw pensioen betalen. Beleggen doen we voor alle pensioenen samen. Zo kunnen we beter en voordeliger beleggen. En zorgen wij voor een zo koopkrachtig mogelijk pensioen.
We hebben uw pensioenpot voor het eerst op 1 januari 2026 gevuld. De waarde van uw pensioen tot dat moment zit vanaf die datum in uw pensioenpot. Zolang u werkt, blijven we uw pensioenpot elke maand vullen met premie.
Het geld in uw pensioenpot beleggen we. De resultaten van de beleggingen gaan ook in uw pensioenpot. Beleggingen kunnen meer of minder waard worden. Hierdoor gaat uw pensioenpot meebewegen met de economie en het resultaat van de beleggingen. U kunt ieder moment zien hoeveel geld er in uw pensioenpot zit en hoeveel pensioen u daar naar verwachting voor krijgt. Zo wordt uw pensioen transparanter en persoonlijker.
Als u met pensioen gaat, zetten we het geld in uw pensioenpot om in een maandelijks pensioen. Hoeveel pensioen u krijgt, staat niet van tevoren vast.
Bouwde u op 31 december 2025 nog pensioen op? En was u op 1 januari 2026 ouder dan 33 jaar en 2 maanden? Dan heeft u mogelijk een compensatie gekregen in uw pensioenpot. Een voorwaarde was wel dat er genoeg geld was.
Met de oude regels bouwde u ieder jaar een even groot stukje pensioen op met elke euro premie. Welke leeftijd u ook had. Na ongeveer 40 jaar vormen al die stukjes samen een volledig pensioen. Maar een euro van jongere mensen leverde eigenlijk meer op dan van oudere mensen. Want de euro van jongere mensen kon nog jaren groeien. En de euro van oudere mensen niet zo lang meer.
Als u uw hele leven pensioen opbouwde bij SPW werkte dat goed. Toen we overgingen naar de nieuwe regels veranderde dit. U kon hier nadeel van hebben als u tussen 34 en 68 jaar bent. Daar wilden sociale partners (werkgevers- en werknemersorganisaties) u voor compenseren.
Op uw pesoonlijke omgeving ziet u ieder moment hoeveel er in uw pensioenpot zit. De waarde van uw pensioenpot verandert bijvoorbeeld als u samen met uw werkgever premie betaalt. Of door positieve of negatieve resultaten van de beleggingen.
De waarde van uw pensioen op 1 januari 2026 is in uw pensioenpot gegaan. U ziet precies waar het geld in uw pensioenpot vandaan komt. In uw pensioenpot zit het totaal van:
De waarde van uw pensioen tot het moment dat we overstapten naar de nieuwe regels.
Het geld dat u mogelijk ontving aan compensatie als u tussen 34 en 68 jaar bent.
Elke maand geld (premie) dat u samen met uw werkgever inlegt.
Elke maand het resultaat van de beleggingen. Dat kan positief of negatief zijn.
Eventuele ontvangsten uit de gezamenlijke buffer.
Ons doel is om uw pensioen elk jaar te laten groeien. Om dit mogelijk te maken, beleggen we. Dat doen we voor alle pensioenen samen. Het resultaat dat we behalen met de beleggingen verdelen we over iedereen met een pensioen bij SPW.
Uw pensioenpot beweegt hierdoor mee met de resultaten van de beleggingen. Uw verwachte pensioen kan anders bewegen.
We kunnen 1 heel groot bedrag beter en voordeliger beleggen dan een heleboel kleine bedragen apart. Ook kunnen we mee- en tegenvallers in de resultaten van de beleggingen zo samen delen. Zo zorgen we voor een pensioen dat collectief en sociaal is.
In de pensioenpot ziet u de situatie zoals hij op dat moment is. Uw verwachte pensioen is een verwachting over een langere periode. We kijken eigenlijk in de toekomst. We rekenen uit hoeveel het geld in de pensioenpotten naar verwachting opbrengt als we het beleggen.
Met de uitkomst maken we een zo goed mogelijke schatting van uw maandelijkse pensioen in de toekomst. In de wet staat beschreven hoe wij die som moeten maken.
U kunt niet zelf beslissen hoe we uw pensioengeld beleggen. Wel vinden wij uw mening belangrijk. Daarom vragen we een aantal van u naar uw voorkeuren. Deze informatie nemen wij mee in ons beleggingsbeleid.
We zetten geld opzij in een gezamenlijke buffer. Hiermee zorgen we dat de pensioenen zo stabiel mogelijk blijven. Ook bouwen we het risico steeds verder af als u ouder wordt. Op die manier zorgen we voor het beste pensioen voor iedereen.
Voor jongeren nemen we meer risico met de beleggingen. Dat levert in goede tijden namelijk meer op. Natuurlijk kan uw pensioenpot ook dalen als het tegenzit. Maar als u nog jong bent, is zo’n tegenvaller goed op te vangen. Want de verwachting is dat er ook nog heel wat jaren komen dat het goed gaat.
Als u ouder wordt, dan is er minder tijd om tegenvallende resultaten van de beleggingen goed te maken. U wilt dan meer zekerheid over de hoogte van uw pensioen. Daarom bouwen we het risico van de beleggingen af naarmate u ouder wordt. Zo blijft uw pensioen zo stabiel mogelijk.
Als het goed gaat met de beleggingen, gaat uw pensioen omhoog. Maar het kan ook tegenzitten. We willen dat niemand bij SPW erop achteruitgaat. Daarom beschermen we uw pensioen tegen verlagingen als het tegenzit met de beleggingen.
Hiervoor zetten we geld opzij in een gezamenlijke buffer. Deze buffer noemen we ook wel de solidariteitsreserve.
We hebben de buffer gevuld toen we overstapten naar het vernieuwde pensioen. De dekkingsgraad op dat moment bepaalde tot hoever we de buffer konden vullen. Dat is maximaal 15% van ons totale fondsvermogen. Sinds de overstap vullen we de gezamenlijke buffer uit het resultaat van de beleggingen. Zo draagt iedereen bij SPW bij aan de buffer.
We willen een zo waardevast mogelijk pensioen blijven bieden. Zo verminderen of voorkomen we verlies van koopkracht als de prijzen stijgen. Uw pensioen kan vooral groeien door de resultaten van de beleggingen. Met de buffer willen we zoveel mogelijk voorkomen dat uw pensioen omlaaggaat als de resultaten tegenzitten. Is de buffer goed gevuld? Dan gebruiken we elk jaar een klein deel van de buffer om de pensioenen aan te vullen. Dit komt dan in uw pensioenpot. Dat kan natuurlijk alleen als we genoeg geld hebben.
We bekijken ieder jaar of we de pensioenen kunnen aanvullen. Dat kan als de gezamenlijke buffer hoger is dan 7,5% van ons fondsvermogen. We voegen dan 5% van de buffer toe aan alle pensioenen. Wat betekent dat voor uw pensioen? Stel de buffer is helemaal vol. Dit betekent dat 15% van het fondsvermogen in de buffer zit. Bij 15% kunnen we de pensioenen met gemiddeld 0,75% aanvullen. Daarbij geldt: hoe ouder u bent, hoe meer u krijgt.
Het kan ook meerdere jaren tegenzitten met de beleggingen. Dankzij de buffer is de kans dat de pensioenen dan in een jaar omlaaggaan klein.
Zit het zo erg tegen dat er niet meer genoeg in de buffer zit? Dan kan uw pensioen dalen bij tegenvallende beleggingsresultaten. In die situatie zou zeer waarschijnlijk uw pensioen ook omlaaggaan bij de huidige regels.
Ook het pensioen voor uw partner en kinderen is veranderd. Het gaat hierbij om het partner- en wezenpensioen in de periode tot u met pensioen gaat. Wat is er veranderd met de nieuwe regels voor uw partner- en kinderen als u overlijdt?
Zij hebben alleen recht op partner- en wezenpensioen zolang u pensioen bij ons opbouwt. Zij ontvangen dan een percentage van uw salaris aan partner- en wezenpensioen.
Ook krijgen ze het partner- en wezenpensioen dat u met de oude regels vóór 2026 heeft opgebouwd.
Daarnaast wordt het partner- en wezenpensioen beweeglijker, net als uw eigen pensioen.
Gaat u met pensioen? Dan kun u net als nu kiezen hoeveel pensioen u voor uzelf en voor uw partner wilt regelen.
Volgens de nieuwe regels is er alleen partner- en wezenpensioen zolang u pensioen bij ons opbouwt.
Bouwde u voor 1 januari 2026 pensioen op bij SPW? Dan bouwde u ook ieder jaar een stukje pensioen op voor uw partner en kinderen. Zij ontvangen dit opgebouwde partner- en wezenpensioen nog steeds als u overlijdt. Ook als u op dat moment geen pensioen meer bij ons opbouwde.
Volgens de oude regels bouwde u ieder jaar een stukje pensioen op voor uw partner en kinderen. Het partner- en wezenpensioen werd zo steeds hoger. Uw partner- en kinderen ontvangen dit pensioen nog steeds als u overlijdt. Ook nu we over zijn naar de nieuwe regels. Op uw Uniform Pensioenoverzicht ziet u hoeveel partner- en wezenpensioen u heeft opgebouwd.
Met de nieuwe regels is er alleen partner- en wezenpensioen zolang u pensioen opbouwt bij SPW. Uw partner ontvangt dan 40% van uw inkomen dat meetelt voor uw pensioen. Voor uw kinderen is dat 14%. Het maakt hiervoor niet uit hoe lang u al pensioen bij ons opbouwt.
Gaat u uit dienst en overlijdt u daarna? Dan hebben uw partner- en kinderen hier geen recht meer op. Ze ontvangen wel het partner- en wezenpensioen dat u tot de overstap naar de nieuwe regels (tot 1 januari 2026) heeft opgebouwd.
Onder bepaalde voorwaarden hebben uw partner en kinderen ook recht op partner- en wezenpensioen volgens de nieuwe regels als u overlijdt terwijl u geen pensioen meer bij ons opbouwt. Lees meer hierover.
Het partner- en wezenpensioen is nu afhankelijker van de resultaten van de beleggingen. Net als alle andere pensioenen. Het kan 1 keer per jaar veranderen. Dit geldt ook voor het partner- en wezenpensioen dat u heeft opgebouwd tot 1 januari 2026.
Aan het wezenpensioen is nog iets veranderd. Met de oude regels zouden uw kinderen wezenpensioen ontvangen vanaf het moment van uw overlijden tot 18 jaar. En als ze studeerden tot 27 jaar. Volgens de nieuwe regels krijgen uw kinderen wezenpensioen tot ze 25 zijn.
U ontvangt pensioen zolang u leeft, hoe oud u ook wordt. Als het nodig is, vullen we uw pensioen aan vanuit de gezamenlijke buffer. Zit er nog geld in uw pensioenpot op het moment dat u overlijdt? Dan gaat dit naar de gezamenlijke buffer. Zo zorgen we voor een pensioen dat sociaal, collectief en persoonlijk is.
Nee, dat kan niet. Het geld in uw pensioenpot is alleen voor uw pensioen. Er is wel een wetsvoorstel voor een nieuwe keuze: het bedrag ineens. Hiermee kunt u bij de ingang van uw pensioen maximaal 10% van uw pensioen in 1 keer opnemen. U kunt dit bedrag uitgeven zoals u zelf wilt. De Eerste Kamer moet nog wel instemmen met dit wetsvoorstel. Daarom kunt u nog niet kiezen voor een bedrag ineens.
U kunt niet zelf beslissen hoe we uw pensioengeld beleggen. Wel vinden wij uw mening belangrijk. Daarom vragen we een aantal van u naar uw voorkeuren. Deze informatie nemen wij mee in ons beleggingsbeleid.
Nee, u hoeft zelf geen keuzes te maken voor uw beleggingen. SPW belegt het geld voor alle pensioenpotten samen en houdt daarbij rekening met uw leeftijd. Wij vragen wel een aantal van u naar uw voorkeuren en nemen deze informatie mee in ons beleggingsbeleid.
Bij beleggen hoort risico. Het resultaat kan goed of minder goed zijn. Uw pensioenpot beweegt hierdoor mee met de beleggingen. Om uw pensioen zo stabiel mogelijk te houden, zetten we geld opzij in een gezamenlijke buffer (de solidariteitsreserve). Ook bouwen we het risico van de beleggingen steeds verder af als u ouder wordt. Op die manier zorgen we voor het beste pensioen voor iedereen.
Bekijk wat de nieuwe regels gaan betekenen in de volgende situaties.