Home Het vernieuwde pensioen van SPW Ik ben (oud) werknemer Hoeveel pensioen krijg ik?
Hoeveel pensioen krijg ik?

U heeft van ons eind 2025 een voorlopig overzicht van uw pensioen ontvangen. Hieronder zetten we de veelgestelde vragen voor u op een rij.

Bekijk uw overzicht
Ik bouw pensioen op bij SPW

U kreeg eind 2025 van ons een voorlopig overzicht van uw pensioen. In het voorlopig overzicht ziet u een eerste verwachting van uw pensioen met de nieuwe regels. Ook ziet u hoe uw pensioen eruitziet met de oude regels. In het voorlopig overzicht noemden we dit nog ‘de regels van nu’. We snappen dat u misschien vragen heeft over het voorlopig overzicht. Daarom zetten we hieronder de veelgestelde vragen voor u op een rij.

Algemene vragen over het voorlopig overzicht

U kreeg het voorlopig overzicht via de post of digitaal bij ‘Uw berichten’ in uw persoonlijke omgeving van SPW. Dit ligt aan de keuze die u eerder maakte over het krijgen van berichten.

Het voorlopig overzicht bestaat uit 2 delen:

Deel 1 is de brief bij het voorlopig overzicht. En het 1e deel van het voorlopig overzicht. Hierin staan de belangrijkste bedragen van uw pensioen en voor uw eventuele partner. U ziet een eerste inschatting van uw verwachte pensioen met de nieuwe regels. Ook ziet u hoe uw pensioen eruitziet met de oude regels.

Deel 2 bestaat uit een uitgebreide berekening met alle bedragen van uw pensioen. In de versie per post start deel 2 bij: Voorlopig overzicht van uw vernieuwde pensioen.

Welke informatie en bedragen staan er in het voorlopig overzicht?

In de uitgebreide berekening leggen we verschillende onderwerpen uit. De uitgebreide berekening start vanaf deel 2: Voorlopig overzicht van uw vernieuwde pensioen. Bij elk onderwerp tonen we eerst uw pensioen met de nieuwe regels. Daarna ziet u uw pensioen met de oude regels. De onderwerpen zijn:

Uw gegevens die wij gebruiken in dit voorlopig overzicht: u ziet uw persoonlijke gegevens. Uw pensioengegevens met de nieuwe regels. En uw pensioengegevens met de oude regels.

Inschatting van het verwachte pensioen in de nieuwe pensioenregeling: we berekenden uw pensioen met de nieuwe regels. Hierin ziet u hoeveel pensioen u had opgebouwd op 1 januari 2025. En hoeveel de inschatting is van uw pensioen, als u tot AOW-leeftijd blijft deelnemen aan de nieuwe pensioenregeling. Let op: het is een eerste inschatting. U krijgt uw definitief overzicht in 2026.

Wat gebeurt er als het heel erg mee- of tegenzit: u ziet een plaatje met 3 pijlen. De middelste pijl laat uw verwachte pensioen zien met de nieuwe regels. Wij denken dat het bedrag bij de middelste pijl het meest haalbaar is. Dat bedrag komt naar verwachting het dichtst in de buurt bij het pensioen dat u later krijgt. Omgerekend naar euro’s van nu. Bij de linker pijl ziet u een (veel) lager bedrag. Dat is wat er gebeurt met uw verwachte pensioen als het minder goed gaat met de economie. Bij de rechter pijl ziet u een (veel) hoger bedrag. Dat is het verwachte bedrag als het beter gaat dan verwacht.

Inschatting van uw pensioen in de oude pensioenregeling: we berekenden uw pensioen met de oude regels. Hierin ziet u hoeveel pensioen u had opgebouwd op 1 januari 2025. En hoeveel de inschatting was van het pensioen, als u tot 68 jaar bleef deelnemen aan de oude pensioenregeling. Ook ziet u een plaatje met 3 pijlen bij: uw pensioen met de oude regels was niet zeker. De middelste pijl laat uw verwachte pensioen zien. U ziet ook wat er gebeurde als het heel erg tegenzat (linker pijl) en als het heel er meezat (rechter pijl).

Hoe beweegt uw pensioen zich als u met pensioen bent: we kunnen nu nog niet precies zeggen hoeveel pensioen u later krijgt. Daarom ziet u in het plaatje met de 3 pijlen ook 3 bedragen. Het is namelijk moeilijk om goed te voorspellen hoe de economie zich ontwikkelt. Wilt u een inschatting van het bedrag van uw pensioen, 10 jaar nadat u met pensioen bent? Kijk dan naar het middelste bedrag bij de pijlen.

Wat krijgt uw eventuele partner wanneer u overlijdt: zowel in de oude pensioenregeling als in de nieuwe pensioenregeling zijn er 3 situaties voor partnerpensioen:

1. Wanneer u overlijdt voordat u met pensioen bent. En nog deelneemt aan de pensioenregeling van SPW.

2. Wanneer u overlijdt voordat u met pensioen bent. En u niet meer deelneemt aan de pensioenregeling van SPW.

3. Wanneer u overlijdt nadat u met pensioen bent.

Wat krijgen uw eventuele kinderen wanneer u overlijdt: zowel in de oude pensioenregeling als in de nieuwe pensioenregeling zijn er 3 situaties voor het wezenpensioen:

1. Wanneer u overlijdt voordat u met pensioen bent. En nog deelneemt aan de pensioenregeling van SPW.

2. Wanneer u overlijdt voordat u met pensioen bent. En u niet meer deelneemt aan de pensioenregeling van SPW.

3. Wanneer u overlijdt nadat u met pensioen bent.

Uw pensioen als u arbeidsongeschikt wordt: hierin leest u wat er gebeurt als u arbeidsongeschikt wordt in de nieuwe pensioenregeling en de oude pensioenregeling.

Waarom verschillen de bedragen tussen de nieuwe pensioenregeling en oude pensioenregeling: we leggen met vragen en antwoorden uit waarom u verschillen ziet tussen de bedragen. 

Let op! Niet iedere vraag geldt voor iedereen. Dit hangt af van uw persoonlijke situatie.

We berekenden de bedragen voor uw oude pensioen volgens de regels op 1 januari 2025. Dat pensioen staat ook op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) 2025.

Ook ziet u het verwachte pensioen met de nieuwe regels. Dat is een eerste inschatting. De verwachte bedragen berekenden we alsof we op 1 januari 2025 al waren overgestapt op de nieuwe regels voor pensioen.

We rekenden in het voorlopig overzicht met uw gegevens en onze gegevens op 1 januari 2025. Daarbij keken we ook naar hoe we er financieel voor stonden. Dat kunt u zien aan onze dekkingsgraad. Die was toen 128,8%. Deze dekkingsgraad gebruikten wij bij de verdeling van al ons geld (beschikbaar fondsvermogen) over de pensioenen van iedereen die bij ons pensioen opbouwt, heeft opgebouwd en pensioen van ons krijgt.

Op onze pagina over het vernieuwde pensioen leest u meer over wat er is veranderd. En over wat er hetzelfde blijft in de nieuwe pensioenregeling.

In het voorlopig overzicht berekenden we uw verwachte pensioen met de nieuwe regels. Daarbij hielden we rekening met de AOW-leeftijd die nu geldt.

  • Bent u geboren op of voor 31 december 1960? Dan is de AOW-leeftijd 67 jaar.

  • Bent u geboren tussen 1 januari 1961 en 30 september 1962? Dan is de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden.

  • Bent u geboren na 30 september 1962? Dan is de AOW-leeftijd nog niet bekend. In het voorlopig overzicht gaan we ervan uit dat de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden is.

Op de website van de sociale verzekeringsbank vindt u meer informatie over uw AOW-leeftijd.

Ja, dat kan. Omdat we rekenden met 2 verschillende leeftijden. In de oude pensioenregeling rekenden we met uw pensioenleeftijd van 68 jaar. In de nieuwe pensioenregeling is uw pensioenleeftijd verlaagd naar AOW-leeftijd. Hierdoor kan in de berekening met de nieuwe regels uw pensioen lager zijn. U legt namelijk 9 tot 12 maanden minder geld in voor uw pensioen. Daarnaast gaat uw pensioen eerder in. Wij betalen uw pensioen dan over een langere periode uit. Uiteindelijk bepaalt u zelf wanneer u met pensioen gaat, binnen de mogelijkheden die er zijn.

Ja, dat kan. Dit overzicht is voorlopig. We hebben het berekend met uw gegevens en onze financiële situatie op 1 januari 2025. De definitieve berekening maken we op het moment dat uw pensioen wordt overgezet, op 1 januari 2026. Dan gebruiken we uw actuele gegevens en onze financiële situatie van die datum. Daarom kunnen de definitieve bedragen anders zijn.

Elk pensioen en elke persoonlijke situatie is anders. Daarom is het lastig om vooraf te zeggen wat er precies gebeurt als de situatie verandert. Bij ons of bij u.

Bij ons kan bijvoorbeeld de dekkingsgraad veranderen. We rekenden in het voorlopig overzicht met uw en onze gegevens op 1 januari 2025. Daarbij keken we ook naar hoe we er financieel voor stonden. Dat ziet u aan onze dekkingsgraad. Die was toen 128,8%. Op basis van deze dekkingsgraad verdeelden wij het beschikbare fondsvermogen over de pensioenen van alle deelnemers.

In januari 2026 is de nieuwe dekkingsgraad bekend. Is de dekkingsgraad omhoog gegaan? Dan kunnen we meer geld verdelen over alle pensioenen. Is de dekkingsgraad omlaag gegaan? Dan kan uw pensioen lager worden. Want dan hebben we minder geld om te verdelen over alle pensioenen.

Misschien veranderde uw persoonlijke situatie. Elke persoonlijke situatie heeft een andere invloed op pensioen. Bijvoorbeeld als u meer of minder ging werken en daardoor uw salaris veranderde en u daardoor meer of minder pensioen ging opbouwen.

U krijgt met de nieuwe regels pensioen zolang u leeft. Dat was zo en dat blijft zo.

De financiële situatie van SPW

Met de nieuwe regels heeft iedereen een pensioenpot gekregen. De nieuwe regels zijn gestart op 1 januari 2026. We berekenden hoeveel ieder pensioen in totaal waard was. Op de euro precies. Dat deden we voor het pensioen dat u tot dan toe bij ons opbouwde. Of voor het pensioen dat u al van ons kreeg. Het totaalbedrag van alle pensioenen hebben we overgezet naar het vernieuwde pensioen. Het geld dat daarna over was verdeelden we verder.

Hoe beter onze financiële situatie op 1 januari 2026 was, hoe meer geld we na het overzetten van de pensioenen konden gebruiken voor:

  • Het vullen van de gezamenlijke buffer. We noemen dit ook wel de solidariteitsreserve. Met de buffer willen we zoveel mogelijk voorkomen dat uw pensioen omlaaggaat. Is de buffer goed gevuld? Dan gebruiken we een klein deel van de buffer om de pensioenen te verhogen.

  • Een compensatie voor wie de overgang naar het vernieuwde pensioen minder gunstig was. Sommige deelnemers konden nadeel hebben van de overstap naar de nieuwe regels. Deze deelnemers kregen dan extra geld in hun pensioenpot. Of u recht had op compensatie hing van een aantal dingen af. Verderop leest u wat compensatie betekent. En wanneer u compensatie kreeg.

  • Hoeveel geld er in de pensioenpot van elke deelnemer komt. We verdeelden het geld dat overbleef over het pensioen van iedereen die pensioen bij ons heeft.

  • Een extra aanvulling van de pensioenen.
    Daarnaast kreeg iedere deelnemer die op 31 december 2025 pensioen opbouwde extra geld in de pensioenpot. In de oude pensioenregeling bestond er namelijk een extra reserve om de premie stabiel te houden. Deze reserve is niet meer nodig in de nieuwe pensioenregeling.

Sociale partners (werkgevers- en werknemersorganisaties) hebben hierover afspraken gemaakt. De afgesproken regels staan in ons transitieplan.

Met de oude regels bouwde u ieder jaar een even groot stukje pensioen op met elke euro premie. Welke leeftijd u ook had. Na ongeveer 40 jaar vormden al die stukjes samen een volledig pensioen. Maar een euro van jongere mensen leverde eigenlijk meer op dan van oudere mensen. Want de euro van jonge mensen kon nog jaren groeien. Maar de euro van oudere mensen niet zo lang meer.

Als u uw hele leven pensioen opbouwde bij SPW werkte dat goed. Bij de overgang naar de nieuwe regels veranderde dit. U kon hier nadeel van hebben als u tussen 33 jaar 2 maanden en 68 jaar was op 1 januari 2026. Daar willen sociale partners u voor compenseren.

Of u compensatie kreeg én hoeveel hing af van:

  • Onze financiële positie: de dekkingsgraad op 1 januari 2026.

  • Bij een dekkingsgraad op 1 januari 2026 van minimaal 107% is er ruimte voor de volledige compensatie.

  • Als u ouder bent dan 33 jaar en 2 maanden en jonger dan 68 jaar op 1 januari 2026.

  • Als u via uw werk pensioen bij ons opbouwde op 31 december 2025.

  • Als u door uw arbeidsongeschiktheid (deels) pensioen bij ons opbouwde op 31 december 2025.

  • Als u uw pensioen vrijwillig voortzette op 31 december 2025 nadat u uit dienst was gegaan. Voorwaarde is dan wel dat u geen pensioen opbouwde via een andere werkgever.

Wij beoordelen voor u of u recht had op compensatie. Had u recht? Dan zat dit bedrag al in uw verwachte pensioen met de nieuwe regels. Let op! In het voorlopig overzicht berekenden we uw pensioen met de nieuwe regels alsof wij op 1 januari 2025 overstapten naar de nieuwe regels voor pensioen. Ook rekenden we met uw persoonlijke situatie en de financiële situatie van SPW op 1 januari 2025. Onze dekkingsgraad was toen 128,8%. Bij deze dekkingsgraad had SPW voldoende geld om compensatie te geven. Maar het is een 1e inschatting.

Wij zijn in 2026 echt over naar de nieuwe regels. Had u recht op compensatie? Dan bepaalt de dekkingsgraad van 1 januari 2026 of we u de compensatie konden geven.

Wij beoordelen voor u of u recht had op compensatie. Had u recht? Dan zat dit bedrag al in uw verwachte pensioen met de nieuwe regels. Let op! In het voorlopig overzicht berekenden we uw pensioen met de nieuwe regels alsof wij op 1 januari 2025 overstapten naar de nieuwe regels voor pensioen. Ook rekenden we met uw persoonlijke situatie en de financiële situatie van SPW op 1 januari 2025. Onze dekkingsgraad was toen 128,8%. Bij deze dekkingsgraad had SPW voldoende geld om compensatie te geven. Maar het is een 1e inschatting.

Wij zijn in 2026 echt over naar de nieuwe regels. Had u recht op compensatie? Dan bepaalt de dekkingsgraad van 1 januari 2026 of we u de compensatie konden geven.

Hoeveel compensatie we definitief kunnen geven hangt onder andere af van onze dekkingsgraad op 1 januari 2026. We verwachten dat we volledige compensatie kunnen geven bij een dekkingsgraad vanaf ongeveer 107% op 1 januari 2026. Het bestuur van SPW heeft vastgesteld hoeveel compensatie u dan krijgt. De hoogte van de compensatie hangt ook af van uw leeftijd en salaris op 1 januari 2026.

Daarnaast is uw compensatie een percentage van uw pensioengrondslag. Met pensioengrondslag bedoelen we het deel van uw salaris waarover u pensioen opbouwt. We berekenen uw compensatie op 1 januari 2026. Hoe we dat doen leest u in deze tijdlijn.

Nee. Daar zit een jaar verschil in. In het voorlopig overzicht rekenen we met de financiële situatie van SPW op 1 januari 2025. De dekkingsgraad was op dat moment 128,8%. Bij de definitieve berekening rekenen we met de (actuele) dekkingsgraad van 1 januari 2026.

De plaatjes met de pijlen

Hoeveel pensioen u later krijgt, is niet precies te voorspellen. Dat komt doordat er veel dingen zijn die invloed hebben op de hoogte van uw pensioen. Er kunnen dingen in uw leven veranderen, zoals minder werken. Ook de economie en de resultaten van de beleggingen spelen een rol. Soms valt uw pensioen hoger uit, maar het kan ook lager worden.

We maken wel een inschatting van uw verwachte pensioen. Elke pijl laat een situatie zien. U ziet hoeveel pensioen u tot 1 januari 2025 toe heeft opgebouwd. U ziet daarna bij de 3 pijlen hoe uw pensioen dat u tot nu toe heeft zich kan ontwikkelen in 3 situaties:

  1. De middelste pijl laat het bedrag zien waar we verwachten dat uw uiteindelijke pensioen het dichtstbij in de buurt komt.

  2. De linker pijl laat u zien wat er met uw pensioen gebeurt als het heel erg tegenzit.

  3. De rechter pijl laat u zien wat er met uw pensioen gebeurt als het heel erg meezit.

U ziet wat uw pensioen naar verwachting later waard is. Het laat zien hoeveel u met uw pensioen kunt kopen. Dat noemen we koopkracht. U kunt het pensioen zo het beste vergelijken met het inkomen dat u nu heeft. Waar uw pensioen precies op uitkomt is nog onzeker.

Bent u nog jong? Dan is het verschil tussen de bedragen als het heel erg mee- of tegenzit groot. Dit betekent dat het nog onzeker is waar uw pensioen uiteindelijk op uitkomt. Het is daarom belangrijk dat u via uw persoonlijke omgeving regelmatig bekijkt hoeveel pensioen u kunt verwachten.

Bent u dichtbij uw pensioenleeftijd? Dan is het verschil tussen de bedragen als het heel erg mee- of tegenzit kleiner. We kunnen dan met meer zekerheid laten zien wat uw verwachte pensioen wordt.

Bij alle 3 de pijlen geldt, totdat u met pensioen gaat. Dat wij rekening houden met:

De economie en beleggingen: als het goed gaat met de economie en beleggingen winst maken, kan uw pensioen hoger worden. Gaat het minder goed, dan kan uw pensioen lager uitvallen.

Prijsstijgingen en koopkracht: uw pensioenbedrag blijft misschien hetzelfde, maar de prijzen van producten en diensten kunnen stijgen. Daardoor kunt u in de toekomst mogelijk minder kopen met hetzelfde bedrag. Dat noemen we koopkracht.

Leeftijd waarop u met pensioen gaat: we gaan met de oude regels vanuit dat u op uw 68e met pensioen gaat. Met de nieuwe regels gaan wij ervan uit dat u op AOW-leeftijd met pensioen gaat.

Premiebetaling: dat u samen met uw werkgever premie betaalt voor uw pensioen als u nog werkt. Als u  arbeidsongeschikt  bent, betalen wij (voor een deel) uw premie. Uw pensioen wordt hierdoor hoger.

De verhoging van pensioen met de oude regels mocht alleen als de prijzen stegen. Er was dus een grens aan hoeveel het pensioen omhoog mocht gaan. Zijn de bedragen bij de pijl ‘als het heel erg meezit’ en de pijl ‘verwacht’ hetzelfde? Dan is de verhoging al maximaal. Meer verhogen kon dan niet. Ook niet als het heel erg meezat.

Met de nieuwe regels voor pensioen beweegt uw pensioen mee met de economie. En met de opbrengst van de beleggingen. Dat betekent dat uw pensioen meer of minder stijgt dan de prijzen. Hoeveel pensioen u krijgt weten we nu dus nog niet precies.

In de nieuwe regels is er geen grens meer die afhangt van prijsstijging. Daarom is het bedrag bij ‘als het heel erg meezit’ hoger dan bij de oude regels. De kans is klein dat u dit hoge bedrag krijgt. Uw verwachte pensioen is meestal lager dan dit hoge bedrag.

Dat komt door 2 veranderingen met de nieuwe regels:

  1. We hoeven minder geld opzij te zetten.

  2. Er is geen wettelijke bovengrens meer voor de verhoging van pensioen.

We leggen ze kort uit.

We hoeven met de nieuwe regels minder geld opzij te zetten.

Vanaf 1 januari 2026 beweegt uw pensioen meer mee met de economie. En met de opbrengst van beleggingen. Als het goed gaat kan uw pensioen sneller omhoog. Maar als de opbrengst van de beleggingen tegenvalt, kunnen pensioenen ook eerder omlaag. Om dat te voorkomen zetten we geld opzij. Dat geld gaat in een gezamenlijke buffer. Dit noemen we ook wel de solidariteitsreserve. Zo proberen we zoveel mogelijk te voorkomen dat de pensioenen opeens (veel) lager worden.

Met de oude regels moesten we meer geld opzijzetten. Meer dan met de nieuwe regels. Dat staat zo in de wet. Met de oude regels kon uw pensioen daarom minder snel omhoog. Met de nieuwe regels is dat niet meer zo. Uw verwachte pensioen is als het meezit daarom met de nieuwe regels hoger dan met de oude regels.

In de nieuwe pensioenregeling is er geen (wettelijke) bovengrens voor verhogingen.

Tot 1 januari 2026 was er nog een grens voor de mogelijke verhoging van uw opgebouwde pensioen. De verhoging mocht alleen als de prijzen stegen. Maar uw pensioen mocht niet meer omhooggaan dan de stijging van de prijzen.


Met de nieuwe regels voor pensioen verandert dat. Uw pensioen beweegt mee met de economie. En ook met de opbrengsten (rendement) van onze beleggingen. Uw pensioenpot stijgt of daalt als onze beleggingen veel opleveren of minder waard worden. Dat kan meer (of minder) zijn dan de stijging van de prijzen.

Vanaf 1 januari 2026 is de verwachte koopkracht van uw pensioen (veel) hoger. Dat komt dus doordat er met de nieuwe regels geen bovengrens meer is voor de verhogingen.

Vanaf 1 januari 2026 beweegt uw pensioen meer mee met de economie. En met de beleggingen. De opbrengst van de beleggingen verdelen we direct. Als het heel erg meezit krijgt u daardoor meer geld in uw pensioenpot. Dat zorgt voor een (veel) hoger verwacht pensioen. Maar de economie kan ook heel erg tegenzitten. De opbrengsten van de beleggingen zijn dan ook (veel) lager of zelfs negatief. Daardoor heeft u (veel) minder geld in uw pensioenpot. En dat zorgt voor een (veel) lager verwacht pensioen.

Bent u met pensioen? Dan willen we als het heel erg tegenzit proberen te voorkomen dat uw pensioen omlaaggaat. Daarvoor zetten wij geld opzij in een gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve).

We kijken daarbij naar 2 dingen:

  1. Opbrengsten van beleggingen in de toekomst: in de nieuwe pensioenregeling tellen we tot uw AOW-leeftijd de verwachte opbrengsten van beleggingen mee. Dat is in de oude pensioenregeling niet zo. Daardoor is het bedrag in de nieuwe pensioenregeling hoger.

    Voor de berekening van uw pensioen gaan wij uit van uw AOW-leeftijd. Bent u nog jong? Dan duurt het nog lang voordat u met pensioen gaat. Uw pensioen kunnen wij dan langer beleggen. Voor jongeren is hierdoor het verschil in de bedragen tussen het pensioen met de oude regels en de nieuwe regels groter.

  2. Prijsstijgingen in de toekomst (koopkracht): in de oude pensioenregeling houden we geen rekening met verwachte verhogingen van pensioen. Dat doen we in de nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2026 wel.

Houden we bij uw verwachte pensioen rekening met prijsstijgingen? Dan weet u wat u in de toekomst met dat (reële) bedrag kunt kopen. Dat noemen we koopkracht. Het geeft aan hoeveel uw pensioen later waard is. Dit bedrag is makkelijker te vergelijken met uw inkomen van nu. Bij een nominaal bedrag houden we geen rekening met toekomstige prijsstijgingen. We laten hieronder 2 voorbeelden zien. Of bekijk de video van mijnpensioenoverzicht.nl.

Voorbeeld 1: Stel, u krijgt over 30 jaar € 100 pensioen. Dan kunt u daarmee minder kopen dan nu. De prijzen stijgen. Het is belangrijk dat u weet wat er bij prijsstijgingen met uw pensioen gebeurt. In dit voorbeeld is uw pensioen dan geen € 100 maar € 40 waard. In het plaatje met de 3 pijlen houden we daarom rekening met verwachte prijsstijgingen. Zo weet u beter waar u aan toe bent.

Voorbeeld 2: Stel u bent nu 37 jaar en 3 maanden. En u gaat op uw AOW-leeftijd met pensioen. U bent dan 67 jaar en 3 maanden. Dat is over 30 jaar en duurt dus nog lang. Stel u koopt nu voor € 50 boodschappen. Als u met pensioen gaat zijn de prijzen hoger. Dat betekent dat u dan met dezelfde € 50 minder boodschappen kunt kopen.

In de bedragen bij de 3 pijlen houden we rekening met deze verwachte stijging van de prijzen. Dit noemen we reële bedragen. Zo weet u beter waar u aan toe bent.

In het plaatje met de 3 pijlen is het bedrag onderaan het plaatje: uw opgebouwde pensioen op 1 januari 2025 een nominaal bedrag. Dit is het bedrag dat u tot dan toe aan pensioen had opgebouwd. Hier is geen rekening gehouden met toekomstige prijsstijgingen. In de bedragen met de 3 pijlen (als het heel erg tegenzit, verwachte pensioen en als het heel erg meezit) is wel rekening gehouden met toekomstige prijsstijgingen. Dit zijn dus reële bedragen. Ze laten zien wat u later met uw pensioen kunt kopen.

De 3 bedragen laten zien hoe uw pensioen zich kan ontwikkelen vanaf nu (uw opgebouwde pensioen op 1 januari 2025) totdat u op uw AOW-leeftijd met pensioen gaat. Werkt u nog of bent u arbeidsongeschikt? Dan gaan we bij de berekening van uw pensioen bij de 3 pijlen ervan uit dat u tot uw AOW-leeftijd blijft deelnemen aan onze pensioenregeling. En premie blijft betalen voor uw pensioen. Ook zijn de verwachte toekomstige beleggingsresultaten in de berekening van uw pensioen meegenomen. Hierdoor is uw pensioen bij de 3 pijlen hoger dan uw opgebouwde pensioen onder het plaatje. Hoe jonger u bent hoe groter het verschil is tussen uw opgebouwd pensioen en de bedragen bij de 3 pijlen.

In de oude pensioenregeling namen we de verwachte toekomstige verhogingen niet mee. We probeerden elk jaar uw pensioen mee te laten groeien met de stijging van de lonen of de prijzen. Dat kon alleen als het financieel goed ging met het fonds. Uw pensioen werd dan verhoogd. Dat noemden we indexeren.

Het pensioen voor eventuele partner of kinderen

Met de oude regels hadden uw partner en kinderen mogelijk recht op partner- en wezenpensioen als u kwam te overlijden. Dat gold ook als u geen pensioen meer bij ons opbouwde. Met de nieuwe regels verandert dat.

Met de nieuwe regels is er alleen partner- en wezenpensioen zolang u pensioen opbouwt bij SPW. Het partner- en wezenpensioen dat u voor 1 januari 2026 heeft opgebouwd, blijft voor uw partner en kinderen bestaan.

Ook gaat met de nieuwe regels het partner- en wezenpensioen meebewegen met de resultaten van beleggingen. Net als uw eigen pensioen. Met de gezamenlijke buffer proberen we de pensioenen te beschermen als de resultaten van beleggingen tegenvallen.

Vanaf 1 januari 2026 bieden we de Anw-hiaatpensioenverzekering niet meer aan. Ingegaan Anw-hiaatpensioen loopt na 2025 door.

Met de nieuwe regels is er alleen partnerpensioen zolang u pensioen opbouwt bij SPW. Uw partner ontvangt dan 40% van uw inkomen dat meetelt voor uw pensioen (ook wel: pensioengevend salaris genoemd).

Gaat u uit dienst en overlijdt u daarna? Dan hebben uw partner- en kinderen hier geen recht meer op. Ze ontvangen wel het partner- en wezenpensioen dat u tot de overstap naar de nieuwe regels (tot 1 januari 2026) heeft opgebouwd. Lees wat overlijden voor uw pensioen kan betekenen.

Bij een opgebouwd partnerpensioen werd er elke maand geld gestort in een 'spaarpot'. Dit was bestemd voor het partnerpensioen. Jaarlijks bouwde u 1,313% (vanaf 2015) van de pensioengrondslag op aan partnerpensioen. Dit percentage was in de afgelopen jaren een paar keer gewijzigd. (Tot 1 januari 2014 bouwde u 70% van de jaarlijkse pensioenaangroei van het ouderdomspensioen op. Per 1 januari 2014 wijzigde de opbouw van partnerpensioen naar 1,51% van de pensioengrondslag.)

De hoogte van het partnerpensioen was afhankelijk van het moment waarop u kwam te overlijden. Wij onderscheiden hierbij drie situaties:

  • Kwam u op of ná uw 68e te overlijden? Uw partner kreeg een partnerpensioen dat u tot uw pensioendatum had opgebouwd.

  • Kwam u vóór uw 68e te overlijden en bouwde u op dat moment pensioen op bij SPW? Uw partner kreeg een partnerpensioen dat gelijk was aan het 'te bereiken partnerpensioen'.

  • Kwam u vóór uw 68e te overlijden en bouwde u op dat moment geen pensioen meer op bij SPW? Uw partner kreeg een partnerpensioen dat u had opgebouwd tot het moment dat de deelname bij SPW eindigde.

Met de nieuwe regels krijgt elk kind nadat u overlijdt wezenpensioen totdat deze 25 jaar is. Dit geldt alleen als u dan nog pensioen opbouwde bij SPW voordat u overlijdt. Elk kind krijgt dan:

Elk jaar 14% van uw salaris dat meetelt voor uw pensioen. Leven beide ouders niet meer? Dan krijgen zij het dubbele (28% van het salaris dat meetelt voor uw pensioen).

Wezenpensioen dat u tot 1 januari 2026 heeft opgebouwd. Hoeveel dit is, ziet u als u  inlogt op onze website  of op uw jaarlijkse pensioenoverzicht. Als uw kind nog studeert als deze 25 jaar is, krijgt uw kind dit opgebouwde pensioen totdat deze 27 jaar is. Net zoals in de oude pensioenregeling.

Met de oude regels kreeg elk kind wezenpensioen totdat deze 18 jaar was of zolang uw kind studeerde totdat uw kind 27 jaar was.

De hoogte van het wezenpensioen was afhankelijk van een aantal zaken:

  • Bouwde u pensioen op bij SPW op het moment dat u kwam te overlijden? Uw kinderen kregen 20% van het partnerpensioen dat u had kunnen bereiken als u tot uw 68e was blijven deelnemen aan de pensioenregeling.

  • Overlijdt ook uw partner? Dan werd het wezenpensioen verdubbeld.

Uw partner krijgt geen partnerpensioen en uw kinderen geen wezenpensioen als u overlijdt, behalve als:

  • u binnen 6 maanden na uw ontslag overlijdt en u na uw ontslag niet bij een andere werkgever bent gaan werken;

  • u meteen na uw ontslag een werkloosheidsuitkering of een uitkering op grond van de Ziektewet krijgt;

  • u wordt ontslagen en een WIA-uitkering krijgt. In dat geval loopt uw pensioenopbouw onder voorwaarden (gedeeltelijk) door zonder dat u hiervoor zelf premie hoeft te betalen of;

  • u partnerpensioen en wezenpensioen heeft opgebouwd vóór 1 januari 2026.

Daarnaast kunt u er onder voorwaarden zelf voor kiezen om het partner- en wezenpensioen door te laten lopen. De premie betaalt u uit uw pensioenpot. Uw eigen pensioen gaat dan omlaag.

Uw partner en kinderen houden recht op het partner- en wezenpensioen dat u tot 1 januari 2026 heeft opgebouwd. Ze hebben daarnaast mogelijk recht op partner- en wezenpensioen via uw nieuwe werkgever.

Het bewegen van uw pensioen in de nieuwe regeling

Met de nieuwe regels gaat uw pensioen meer meebewegen met de economie. En met de opbrengst (rendement) van onze beleggingen. Het is moeilijk te voorspellen hoe de economie zich ontwikkelt. Gaat het slecht met de economie en onze beleggingen? Dan kan dat zorgen voor minder geld in uw pensioenpot. Uw verwachte pensioen kan dan omlaaggaan. Gaat het goed met de economie en onze beleggingen? Dan kan dat zorgen voor meer geld in uw pensioenpot. Uw verwachte pensioen kan dan omhooggaan.

We proberen het omlaaggaan van uw pensioen zoveel mogelijk te voorkomen.

Daarvoor hebben we maatregelen genomen. We stemmen de manier waarop we beleggen in de nieuwe pensioenregeling meer af op uw leeftijd. Ook zetten we geld opzij in een gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve). Gaat het slecht met de economie? Dan halen we geld uit de gezamenlijke buffer. Zo proberen wij uw pensioen in slechte tijden zo stabiel mogelijk te houden.

Bent u nog jong? Dan kunnen we nog lang voor u beleggen. We nemen als u jong bent meer risico. In goede tijden zorgt dat voor een hogere opbrengst (rendement). En als het tegenzit, is er nog veel tijd om dat weer op te vangen. Komt uw pensioen dichterbij? Dan nemen we minder risico met beleggen. Zo blijft uw pensioenpot stabieler.

Het is moeilijk om te voorspellen hoe de economie zich ontwikkelt. We weten daarom niet hoeveel pensioen u later precies krijgt.

Bent u al met pensioen? Dan stellen wij uw pensioen ieder jaar op 1 januari opnieuw vast. We proberen uw pensioen ieder jaar te verhogen. Dat kan als het goed gaat met de economie en onze beleggingen. Maar gaat het slecht met de economie? Dan kan uw pensioen omlaaggaan.

Dit is een nieuwe berekening die we eerst nog niet kenden. Daarom tonen we geen bedragen met de oude regels.

Met de nieuwe regels vanaf 1 januari 2026 stellen wij elk jaar uw pensioen opnieuw vast. Zo krijgt u een eerste indruk hoe het pensioen zich ontwikkelt. We bedoelen dan het bedrag dat u krijgt nadat u met pensioen bent. We gaan er bij de berekening van uit dat u op uw AOW-leeftijd met pensioen gaat. Wat u ziet is een verwachting van uw pensioen 10 jaar later. We kijken dus (ver) in de toekomst. En gaan er bij het bedrag van uit dat u al 10 jaar met pensioen bent.

Het kan nog lang duren voordat u 10 jaar met pensioen bent. Hoe jonger u bent hoe verder dat moment weg ligt. En hoe groter de kans op veranderingen. Het is daardoor moeilijker te voorspellen hoeveel pensioen u op dat moment krijgt. Het verschil tussen de bedragen als het mee- of tegenzit zijn ook (veel) groter.

Let op! Met de oude regels stond de hoogte van uw pensioen ook niet vast. Uw pensioen met de oude regels kon dus ook ieder jaar omhoog- of omlaaggaan.

De kans is groot dat uw pensioen op een bedrag tussen het hoogste en laagste bedrag uitkomt. De 3 bedragen met de nieuwe regels liggen ver uit elkaar. We weten nog niet hoeveel pensioen u later krijgt. Het kan heel erg meevallen. Maar ook heel erg tegenvallen. Hoe jonger u bent, hoe meer tijd wij hebben om te beleggen. En hoe groter het verschil tussen de 3 bedragen.

Houd er rekening mee dat de kans erg klein is dat u het hoogste bedrag krijgt. Het is de uitkomst als de economische ontwikkelingen extreem positief zijn. Daarom is het belangrijk dat u regelmatig kijkt hoeveel pensioen u kunt verwachten. Log hiervoor in op uw persoonlijke omgeving.

Vragen uit ons webinar Compensatie

Maakt(e) u gebruik van het generatiepact? Dan hebben we uw compensatiegrondslag berekend met uw deeltijdpercentage van net voor u gebruik ging maken van het generatiepact. Het generatiepact heeft dus geen invloed op de hoogte van uw compensatie. Lees meer op onze tijdlijn.

Bent u in 2025 minder gaan werken, dan kon uw compensatie lager uitvallen. Bent u meer gaan werken, dan kon uw compensatie hoger uitvallen.

Bent u na 31 december 2025 minder gaan werken? Dan heeft dit geen invloed meer gehad op uw compensatie. Voor uw compensatie hebben we gekeken we naar uw deeltijdpercentage van december 2025.

Nee, dat kunt u niet zien in het voorlopig overzicht. U ziet dit straks wel terug in het definitief overzicht van uw vernieuwde pensioen.

Als u recht heeft op compensatie, zit dit bedrag al in uw verwachte pensioen met de nieuwe regels op uw voorlopig overzicht. Let op! In het voorlopig overzicht hebben we uw pensioen berekend met de nieuwe regels alsof wij op 1 januari 2025 overstapten naar de nieuwe regels voor pensioen. Ook hebben we gerekend met uw persoonlijke situatie en de financiële situatie van SPW op 1 januari 2025. Onze dekkingsgraad was toen 128,8%. Bij deze dekkingsgraad had SPW voldoende geld om compensatie te geven. Maar het was een eerste inschatting.

Wij zijn per 1 januari 2026 overgestapt naar de nieuwe regels. Heeft u recht op compensatie? Dan bepaalt de dekkingsgraad van 1 januari 2026 of we u de compensatie hebben kunnen geven.

Er is rekening gehouden met compensatie bij de berekening van uw verwachte pensioen met de nieuwe regels. Wat verderop staat, is dat uw voorlopig overzicht is gebaseerd op de gegevens van 1 januari 2025. U was toen 1 jaar jonger dan u was op 1 januari 2026, de datum dat we zijn overgegaan. Hierdoor gold er een ander compensatiepercentage. Afhankelijk van uw leeftijd was het compensatiepercentage op 1 januari 2025 hoger of lager dan op 1 januari 2026.

Als u ouder bent dan 33 jaar en 2 maanden en jonger dan 68 jaar. Rond 52 jaar is het nadeel het grootste.

Ja, u heeft uw hele compensatie op 1 januari 2026 ontvangen in uw pensioenpot.

Algemeen

Uw compensatie voor afschaffen van de doorsneesystematiek is een percentage van uw pensioengrondslag. Met pensioengrondslag bedoelen we het deel van uw salaris waarover u pensioen opbouwt. U hebt dus geen compensatie ontvangen over uw (ergens anders) opgebouwde pensioen. Het overdragen van uw ergens anders opgebouwde pensioen naar SPW heeft dus geen invloed gehad op de hoogte van uw compensatie.

Dat is niet mogelijk. We hebben tijd nodig om alle berekeningen en informatie goed uit te werken.

U kunt ieder moment zien hoeveel geld er in uw pensioenpot zit en hoeveel pensioen u daar naar verwachting voor krijgt. De waarde van uw pensioenpot verandert bijvoorbeeld als u samen met uw werkgever premie betaalt. Of door positieve of negatieve resultaten van de beleggingen. Zo wordt uw pensioen transparanter en persoonlijker.

In het vernieuwde pensioen heeft u een pensioenpot. Hierin komt het geld voor úw pensioen: de premie en resultaten van de beleggingen. Ook de waarde van uw pensioen tot 1 januari 2026 is hieraan toegevoegd.

Daarnaast is er een gezamenlijke buffer. Deze beschermt uw pensioen tegen verlagingen als het tegenzit met de beleggingen.

Nee, deze mogelijkheid biedt het vernieuwde pensioen van SPW niet. U kunt wel zelf extra sparen of beleggen voor uw pensioen, buiten de pensioenregeling van SPW.

U ontvangt pensioen zolang u leeft, hoe oud u ook wordt. Als het nodig is, vullen we uw pensioen aan vanuit de gezamenlijke buffer. Zit er nog geld in uw pensioenpot op het moment dat u overlijdt? Dan gaat dit naar de gezamenlijke buffer. Zo zorgen we voor een pensioen dat sociaal, collectief en persoonlijk is.

Bij SPW blijft de premie die u samen met uw werkgever betaalt in 2026 even hoog als nu. U en uw werkgever blijven ook hetzelfde deel van de premie betalen als nu. Voor uw werkgever is dat ongeveer 69% en voor u ongeveer 31% van de premie.

We zijn op 1 januari 2026 overgegaan naar een nieuwe website. In januari 2026 kunt u tijdelijk niet inloggen. We verwachten dat u in de loop van januari weer kunt inloggen. Langzaam aan kunt u dan steeds meer zelf regelen en bekijken. We verwachten dat u vanaf half februari weer berekeningen kunt maken.

We kunnen begin 2026 een berekening maken met de nieuwe regels.

Dit komt omdat de standaard pensioenleeftijd in de oude pensioenregeling 68 jaar was. In het vernieuwde pensioen is dit verlaagd van 68 jaar naar uw (lagere) AOW-leeftijd. Hierdoor lijkt uw pensioen met de nieuwe regels lager. Dat komt omdat u korter premie inlegt en langer pensioen ontvangt. Let hierop als u uw verwachte pensioen met de huidige en nieuwe regels met elkaar te vergelijkt.

Met de oude regels hing een verhoging af van onze dekkingsgraad. Daarnaast was de verhoging afhankelijk van de stijging van de lonen (als u pensioen opbouwde bij SPW) of de prijzen (als u geen pensioen meer opbouwde bij SPW).

In het vernieuwde pensioen is ons doel om uw pensioen elk jaar te laten groeien. Daarom beleggen we uw pensioen. Dat doen we voor alle pensioenen samen. Het resultaat dat we behalen met de beleggingen verdelen we over iedereen met een pensioen bij SPW. Uw pensioenpot beweegt hierdoor mee met de resultaten van de beleggingen. Uw verwachte pensioen kan anders bewegen.

Daarnaast bekijken we ieder jaar of we de pensioenen kunnen aanvullen. Dat kan als de buffer hoger is dan 7,5% van ons fondsvermogen. We voegen dan 5% van de buffer toe aan alle pensioenen.

Partnerpensioen

Dat komt omdat uw partner zolang u pensioen opbouwt bij SPW 2 soorten partnerpensioen krijgt. Na uw overlijden ontvangt uw partner:

  • Partnerpensioen dat u tot 1 januari 2026 heeft opgebouwd. Hoeveel dit is, kunt u vinden op uw jaarlijkse pensioenoverzicht.

  • Én vanaf 1 januari 2026 elk jaar zolang uw partner leeft: 40% van uw salaris dat meetelt voor uw pensioen (ook wel: pensioengevend salaris).

Heeft u voor 2026 pensioen opgebouwd bij SPW? Dan heeft u ook partnerpensioen opgebouwd. Uw partner blijft hier recht op houden als we over zijn op het vernieuwde pensioen.

Overlijdt uw partner voordat uw pensioen ingaat? Dan blijft het opgebouwde partnerpensioen staan voor een eventuele nieuwe partner.

Bij uw pensioeningang tellen we het tot 1 januari 2026 opgebouwde partnerpensioen op bij het kapitaal in uw pensioenpot. U kiest dan samen met uw partner welk deel van uw pensioenpot u voor partnerpensioen gebruikt. Dit is maximaal 70% van uw eigen pensioen.

Overlijdt uw partner als eerste nadat uw pensioen is ingegaan? Dan voegen we het partnerpensioen toe aan de gezamenlijke buffer.

De hoogte van het partnerpensioen is afhankelijk van of u overlijdt voor of na uw pensionering.

Zolang u pensioen opbouwt bij SPW, krijgt uw partner na uw overlijden:

Elk jaar zolang uw partner leeft: 40% van uw salaris dat meetelt voor uw pensioen (ook wel: pensioengevend salaris).

Partnerpensioen dat u tot 1 januari 2026 heeft opgebouwd. Hoeveel dit is, kunt u vinden in uw persoonlijke omgeving of op uw jaarlijkse pensioenoverzicht.

Als u pensioen ontvangt van SPW, krijgt uw partner na uw overlijden:

  • Het partnerpensioen dat u heeft geregeld toen u met pensioen ging. Uw partner blijft partnerpensioen ontvangen zolang hij of zij leeft.

  • De hoogte van het partnerpensioen is standaard 70% van uw pensioen. Dit geldt als u volledig met pensioen bent. Het kan zijn dat dit afwijkt als u dit anders heeft geregeld toen u met pensioen ging. Of als u gescheiden bent.

Ik bouwde vroeger pensioen op bij SPW

U kreeg van ons een voorlopig overzicht van uw pensioen. In het voorlopig overzicht ziet u een eerste verwachting van uw pensioen met de nieuwe regels. Ook ziet u hoe uw pensioen eruitziet met de oude regels. In het voorlopig overzicht noemden we dit nog ‘de regels van nu’. We snappen dat u misschien vragen heeft. Daarom zetten we hieronder de veelgestelde vragen voor u op een rij.

Algemene vragen over het voorlopig overzicht

U kreeg het voorlopig overzicht via de post of digitaal bij ‘Uw berichten’ in uw persoonlijke omgeving van SPW. Dit ligt aan de keuze die u eerder maakte over het krijgen van berichten.

Het voorlopig overzicht bestaat uit 2 delen:

Deel 1 is de brief bij het voorlopig overzicht. En het 1e deel van het voorlopig overzicht. Hierin staan de belangrijkste bedragen van uw pensioen en voor uw eventuele partner. U ziet een 1e inschatting van uw verwachte pensioen met de nieuwe regels. Ook ziet u hoe uw pensioen eruitziet met de oude regels.

Deel 2 bestaat uit een uitgebreide berekening met alle bedragen van uw pensioen. In de versie per post start deel 2 bij: Voorlopig overzicht van uw vernieuwde pensioen.

Welke informatie en bedragen staan er in het voorlopig overzicht? 

In de uitgebreide berekening leggen we verschillende onderwerpen uit. De uitgebreide berekening start vanaf deel 2: Voorlopig overzicht van uw vernieuwde pensioen. Bij elk onderwerp tonen we eerst het pensioen met de nieuwe regels. Daarna ziet u uw pensioen met de oude regels.

De onderwerpen zijn:

Uw gegevens die wij gebruiken in dit voorlopig overzicht: u ziet uw persoonlijke gegevens. Uw pensioengegevens met de nieuwe regels. En uw pensioengegevens met de oude regels.

Inschatting van het verwachte pensioen in de nieuwe pensioenregeling: we berekenen uw pensioen met de nieuwe regels. Hierin ziet u hoeveel pensioen u had opgebouwd op 1 januari 2025. En hoeveel de inschatting is van uw pensioen vanaf uw AOW-leeftijd.

Wat gebeurt er als het heel erg-mee of tegenzit? U ziet een plaatje met 3 pijlen. De middelste pijl laat uw verwachte pensioen zien met de nieuwe regels. Wij denken dat het bedrag bij de middelste pijl het meest haalbaar is. Dat bedrag komt naar verwachting het dichtst in de buurt bij het pensioen dat u later krijgt. Omgerekend naar euro’s van nu. Bij de linker pijl ziet u een (veel) lager bedrag. Dat is wat er gebeurt met uw verwachte pensioen als het minder goed gaat met de economie en de resultaten van de beleggingen. Bij de rechter pijl ziet u een (veel) hoger bedrag. Dat is het verwachte bedrag als het beter gaat dan verwacht.

Inschatting van uw pensioen in de oude pensioenregeling: we berekenden uw pensioen met de oude regels. Hierin ziet u hoeveel pensioen u had opgebouwd op 1 januari 2025. En hoeveel de inschatting is van het pensioen vanaf uw 68e. Ook ziet u een plaatje met 3 pijlen bij: Uw pensioen met de oude regels was niet zeker. De middelste pijl laat uw verwachte pensioen zien. U ziet ook wat er gebeurde als het heel erg tegenzat (linker pijl) en als het heel erg meezat (rechter pijl).

Hoe beweegt uw pensioen zich als u met pensioen bent: we kunnen nu nog niet precies zeggen hoeveel pensioen u later krijgt. Daarom ziet u in het plaatje met de 3 pijlen ook 3 bedragen. Het is namelijk moeilijk om goed te voorspellen hoe de economie zich ontwikkelt. Wilt u een inschatting van het bedrag van uw pensioen, 10 jaar nadat u met pensioen bent? Kijk dan naar het middelste bedrag bij de pijlen.

Wat krijgt uw eventuele partner wanneer u overlijdt: zowel in de oude pensioenregeling als in de nieuwe pensioenregeling zijn er situaties voor partnerpensioen.

1. Wanneer u overlijdt voordat u met pensioen bent. En nog deelneemt aan de pensioenregeling van SPW.

2. Wanneer u overlijdt voordat u met pensioen bent. En u niet meer deelneemt aan de pensioenregeling van SPW.

3. Wanneer u overlijdt nadat u met pensioen bent.

Wat krijgen uw eventuele kinderen wanneer u overlijdt: zowel in de oude pensioenregeling als in de nieuwe pensioenregeling zijn er 3 situaties voor het wezenpensioen.

1. Wanneer u overlijdt voordat u met pensioen bent. En nog deelneemt aan de pensioenregeling van SPW.

2. Wanneer u overlijdt voordat u met pensioen bent. En u niet meer deelneemt aan de pensioenregeling van SPW.

3. Wanneer u overlijdt nadat u met pensioen bent.

Uw pensioen als u arbeidsongeschikt wordt: hierin leest u wat er gebeurt als u arbeidsongeschikt wordt in de nieuwe pensioenregeling en de oude pensioenregeling.

Waarom verschillen de bedragen tussen de nieuwe pensioenregeling en oude pensioenregeling: we leggen met vragen en antwoorden uit waarom u verschillen ziet tussen de bedragen. 

Let op!  Niet iedere vraag geldt voor iedereen. Dit hangt af van uw persoonlijke situatie.

We berekenden de bedragen voor uw oude pensioen volgens de regels op 1 januari 2025. Dat pensioen staat ook op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) 2025.

Ook ziet u het verwachte pensioen met de nieuwe regels. Dat is een eerste inschatting. De verwachte bedragen berekenden we alsof we op 1 januari 2025 al waren overgestapt op de nieuwe regels voor pensioen.

We rekenden in het voorlopig overzicht met uw gegevens en onze gegevens op 1 januari 2025. Daarbij keken we ook naar hoe we er financieel voor stonden. Dat kunt u zien aan onze dekkingsgraad. Die was toen 128,8%. Deze dekkingsgraad gebruikten wij bij de verdeling van al ons geld (beschikbaar fondsvermogen) over de pensioenen van iedereen die bij ons pensioen opbouwt, heeft opgebouwd en pensioen van ons krijgt.

Op onze pagina over het vernieuwde pensioen leest u meer over de veranderingen. En over wat er hetzelfde blijft in de nieuwe pensioenregeling.

In het voorlopig overzicht berekenden we uw verwachte pensioen met de nieuwe regels. Daarbij hielden we rekening met de AOW-leeftijd die nu geldt.

  • Bent u geboren op of voor 31 december 1960? Dan is de AOW-leeftijd 67 jaar.
  • Bent u geboren tussen 1 januari 1961 en 30 september 1962? Dan is de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden. 
  • Bent u geboren na 30 september 1962? Dan is de AOW-leeftijd nog niet bekend. In het voorlopig overzicht gaan we ervan uit dat de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden is.

Op de website van de sociale verzekeringsbank vindt u meer informatie over uw AOW-leeftijd.

Ja, dat kan. Dit overzicht is voorlopig. We hebben het berekend met uw gegevens en onze financiële situatie op 1 januari 2025. De definitieve berekening maken we op het moment dat uw pensioen wordt overgezet, op 1 januari 2026. Dan gebruiken we uw actuele gegevens en onze financiële situatie van die datum. Daarom kunnen de definitieve bedragen anders zijn.

De financiële situatie van SPW

Met de nieuwe regels heeft iedereen een pensioenpot gekregen. De nieuwe regels zijn gestart op 1 januari 2026. We berekenden hoeveel ieder pensioen in totaal waard was. Op de euro precies. Dat deden we voor het pensioen dat u tot nu toe bij ons had opgebouwd. Of voor het pensioen dat u al van ons kreeg. Het totaalbedrag van alle pensioenen hebben we overgezet naar het vernieuwde pensioen. Het geld dat daarna over was verdeelden we verder.

Hoe beter onze financiële situatie op 1 januari 2026 was, hoe meer geld we na het overzetten van de pensioenen konden gebruiken voor:

  • Het vullen van de gezamenlijke buffer: we noemen dit ook wel de solidariteitsreserve. Met de buffer willen we zoveel mogelijk voorkomen dat uw pensioen omlaaggaat. Is de buffer goed gevuld? Dan gebruiken we een klein deel van de buffer om de pensioenen te verhogen.
  • Een compensatie voor wie de overgang naar het vernieuwde pensioen minder gunstig was: sommige deelnemers konden nadeel hebben van de overstap naar de nieuwe regels. Deze deelnemers kregen dan extra geld in hun pensioenpot. Of u recht had op compensatie hing van een aantal dingen af. Verderop leest u wat compensatie betekent. En wanneer u compensatie kreeg.
  • Extra aanvulling van de pensioenen van iedereen: we verdeelden het geld dat overbleef over het pensioen van iedereen die pensioen bij ons had. We verwachten dat dit kan bij een dekkingsgraad vanaf 112%.

Sociale partners (werkgevers- en werknemersorganisaties) hebben hierover afspraken gemaakt. De afgesproken regels staan in ons transitieplan.

Met de oude regels bouwden mensen ieder jaar een even groot stukje pensioen op met elke euro premie. Na ongeveer 40 jaar vormden al die stukjes samen een volledig pensioen. Maar een euro van jongere mensen leverde eigenlijk meer op dan van oudere mensen. Want de euro van jonge mensen kon nog jaren groeien. Maar de euro van oudere mensen niet zo lang meer.

Als mensen hun hele leven pensioen opbouwden bij SPW werkt dat goed. Bij de overgang naar de nieuwe regels veranderde dit. Sommige mensen konden daar nadeel van hebben.

We konden compensatie geven als onze financiële situatie goed genoeg was op 1 januari 2026. U ontvangt deze compensatie:

  • Als u ouder bent dan 33 jaar en 2 maanden en jonger dan 68 jaar op 1 januari 2026.
  • Als u via uw werk pensioen bij ons opbouwde op 31 december 2025.
  • Als u door uw arbeidsongeschiktheid (deels) pensioen bij ons opbouwde op 31 december 2025.
  • Als u uw pensioen vrijwillig voortzette op 31 december 2025 nadat u uit dienst was gegaan. Voorwaarde is dan wel dat u geen pensioen opbouwde via een andere werkgever.

Nee, alleen mensen die op 31 december 2025 deelnamen aan de pensioenregeling en premie betaalden hadden recht op compensatie. Dat is als u nog werkte via de werkgever of als u arbeidsongeschikt was en bij SPW nog pensioen opbouwde.

Nee. Daar zit een jaar verschil in. In het voorlopig overzicht rekenden we met de financiële situatie van SPW op 1 januari 2025. De dekkingsgraad was op dat moment 128,8%. Bij de definitieve berekening rekenen we met de (actuele) dekkingsgraad van 1 januari 2026.

De plaatjes bij de pijlen

De verhoging van pensioen met de oude regels mocht alleen als de prijzen stegen. Er was dus een grens aan hoeveel het pensioen omhoog mocht gaan. Zijn de bedragen bij de pijl ‘als het heel erg meezit’ en de pijl ‘verwacht’ hetzelfde? Dan is de verhoging al maximaal. Meer verhogen kon dan niet. Ook niet als het heel erg meezat.

Met de nieuwe regels voor pensioen beweegt uw pensioen mee met de economie. En met de opbrengst van de beleggingen. Dat betekent dat uw pensioen meer of minder stijgt dan de prijzen. Hoeveel pensioen u krijgt weten we nu dus nog niet precies.

In de nieuwe regels is er geen grens meer die afhangt van prijsstijging. Daarom is het bedrag bij ‘als het heel erg meezit’ hoger dan bij de oude regels. De kans is klein dat u dit hoge bedrag krijgt. Uw verwachte pensioen is meestal lager dan dit hoge bedrag.

Dat komt door 2 veranderingen met de nieuwe regels:

  1. We hoeven minder geld opzij te zetten.
  2. Er is geen wettelijke bovengrens meer voor de verhoging van pensioen.

We leggen ze kort uit.

We hoeven met de nieuwe regels minder geld opzij te zetten

Vanaf 1 januari 2026 beweegt uw pensioen meer mee met de economie. En met de opbrengst van beleggingen. Als het goed gaat kan uw pensioen sneller omhoog. Maar als de opbrengst van de beleggingen tegenvalt, kunnen pensioen ook eerder omlaag. Om dat te voorkomen zetten we geld opzij. Dat geld gaat in een gezamenlijke buffer. Dit noemen we ook wel de solidariteitsreserve. Zo proberen we zoveel mogelijk te voorkomen dat de pensioenen opeens (veel) lager worden.

Met de oude regels moesten we meer geld opzijzetten. Meer dan met de nieuwe regels. Dat staat zo in de wet. Met de oude regels kon uw pensioen daarom minder snel omhoog. Met de nieuwe regels is dat niet meer zo. Uw verwachte pensioen is als het meezit daarom met de nieuwe regels hoger dan met de oude regels.

In de nieuwe pensioenregeling is er geen (wettelijke) bovengrens voor verhogingen 

Tot 1 januari 2026 was er nog een grens voor de mogelijke verhoging van uw opgebouwde pensioen. De verhoging mocht alleen als de prijzen stegen. Maar uw pensioen mocht niet meer omhooggaan dan de stijging van de prijzen.

Met de nieuwe regels voor pensioen verandert dat. Uw pensioen beweegt mee met de economie. En ook met de opbrengsten (rendement) van onze beleggingen. Uw pensioenpot stijgt of daalt als onze beleggingen veel opleveren of minder waard worden. Dat kan meer (of minder) zijn dan de stijging van de prijzen.

Vanaf 1 januari 2026 is de verwachte koopkracht van uw pensioen hoger. Dat komt dus doordat er met de nieuwe regels geen bovengrens meer is voor de verhogingen.

Vanaf 1 januari 2026 beweegt uw pensioen meer mee met de economie. En met de beleggingen. De opbrengst van de beleggingen verdelen we direct. Als het heel erg meezit krijgt u daardoor meer geld in uw pensioenpot. Dat zorgt voor een (veel) hoger verwacht pensioen. Maar de economie kan ook heel erg tegenzitten. De opbrengsten van de beleggingen zijn dan ook (veel) lager of zelfs negatief. Daardoor heeft u (veel) minder geld in uw pensioenpot. En dat zorg voor een (veel) lager verwacht pensioen.

Bent u met pensioen? Dan willen we als het heel erg tegenzit proberen te voorkomen dat uw pensioen omlaaggaat. Daarvoor zetten wij geld opzij een in een gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve).

Houden we bij uw verwachte pensioen rekening met prijsstijgingen? Dan weet u wat u in de toekomst met dat (reële) bedrag kunt kopen. Dat noemen we koopkracht. Het geeft aan hoeveel uw pensioen later waard is. Dit bedrag is makkelijker te vergelijken met uw inkomen van nu. Bij een nominaal bedrag houden we geen rekening met toekomstige prijsstijgingen. We laten hieronder 2 voorbeelden zien. Of bekijk de video van mijnpensioenoverzicht.nl.

Voorbeeld 1: Stel u krijgt over 30 jaar € 100 pensioen. Dan kunt u daarmee minder kopen dan nu. De prijzen stijgen. Het is belangrijk dat u weet wat er bij prijsstijgingen met uw pensioen gebeurt. In dit voorbeeld is uw pensioen dan geen € 100 maar € 40 waard. In het plaatje met de 3 pijlen houden we daarom rekening met verwachte prijsstijgingen. Zo weet u beter waar u aan toe bent.

Voorbeeld 2: Stel u bent nu 37 jaar en 3 maanden. En u gaat op uw AOW-leeftijd met pensioen. U bent dan 67 jaar en 3 maanden. Dat is over 30 jaar en duurt dus nog lang. Stel u koopt nu voor € 50 boodschappen. Als u met pensioen gaat zijn de prijzen hoger. Dat betekent dat u dan met dezelfde € 50 minder boodschappen kunt kopen.

In de bedragen bij de 3 pijlen houden we rekening met deze verwachte stijging van de prijzen. Dit noemen we reële bedragen. Zo weet u beter waar u aan toe bent.

De bedragen in het plaatje met de 3 pijlen voor uw pensioen met de nieuwe regels

In het plaatje met de 3 pijlen is het bedrag onderaan het plaatje: uw opgebouwde pensioen op 1 januari 2025 een nominaal bedrag. Dit is het bedrag dat u tot nu toe aan pensioen hebt opgebouwd. Hier is geen rekening gehouden met toekomstige prijsstijgingen. In de bedragen met de 3 pijlen (als het heel erg tegenzit, verwachte pensioen en als het heel erg meezit) is wel rekening gehouden met toekomstige prijsstijgingen. Dit zijn dus reële bedragen. Ze laten zien wat u later met uw pensioen kunt kopen.

De 3 bedragen laten zien hoe uw pensioen zich kan ontwikkelen vanaf nu (uw opgebouwde pensioen op 1 januari 2025) totdat u op uw AOW-leeftijd met pensioen gaat. Ook zijn de verwachte toekomstige beleggingsresultaten in de berekening van uw pensioen meegenomen. Hierdoor is uw pensioen bij de 3 pijlen hoger dan uw opgebouwde pensioen onder het plaatje. Hoe jonger u bent hoe groter het verschil is tussen uw opgebouwd pensioen en de bedragen bij de 3 pijlen.

In de oude pensioenregeling namen we de verwachte toekomstige verhogingen niet mee. We probeerden elk jaar uw pensioen mee te laten groeien met de stijging van de lonen of de prijzen. Dat kon alleen als het financieel goed ging met het fonds. Uw pensioen werd dan verhoogd. Dat noemden we indexeren.

Het pensioen voor eventuele partner of kinderen

Met de oude regels hadden uw partner en kinderen mogelijk recht op partner- en wezenpensioen als u kwam te overlijden. Dat gold ook als u geen pensioen meer bij ons opbouwde. Met de nieuwe regels verandert dat.

Met de nieuwe regels is er alleen partner- en wezenpensioen zolang u pensioen opbouwt bij SPW. Het partner- en wezenpensioen dat u voor 1 januari 2026 heeft opgebouwd, blijft voor uw partner en kinderen bestaan.

Ook gaat met de nieuwe regels het partner- en wezenpensioen meebewegen met de resultaten van beleggingen. Net als uw eigen pensioen. Met de gezamenlijke buffer proberen we de pensioenen te beschermen als de resultaten van beleggingen tegenvallen.

Vanaf 1 januari 2026 bieden we de Anw-hiaatpensioenverzekering niet meer aan. Ingegaan Anw-hiaatpensioen loopt na 2025 door.

Overlijdt u op een moment dat u geen pensioen meer bij ons opbouwt? Dan krijgt uw partner alleen nog in de volgende gevallen partnerpensioen van SPW:

Als u tot 1 januari 2026 partnerpensioen heeft opgebouwd bij SPW. Hoeveel dit is, ziet u in uw persoonlijke omgeving van SPW of op uw jaarlijkse pensioenoverzicht.

U heeft (nog) geen andere baan. Overlijdt u binnen 6 maanden na uw laatste werkdag bij een werkgever die bij SPW is aangesloten? Dan houdt uw partner recht op partnerpensioen.

Ontvangt u meteen na uw ontslag een WW-uitkering of een Ziektewetuitkering? Dan houdt uw partner recht op partnerpensioen zolang u de uitkering ontvangt. Dat is zo geregeld in de wet.

U heeft het recht op partner- en wezenpensioen zelf verlengd. De kosten hiervoor betaalt u uit uw pensioenpot. Hierdoor wordt uw eigen pensioen wel lager.

U heeft het recht op partner- en wezenpensioen zelf verlengd. De kosten hiervoor betaalt u uit uw pensioenpot. Hierdoor wordt uw eigen pensioen wel lager.

Had u de sector woningcorporaties verlaten? En had u uw opgebouwde pensioen bij SPW laten staan? Ook dan had uw partner wanneer u kwam te overlijden recht op partnerpensioen van SPW. Ook al was het jaren geleden dat u voor een woningcorporatie werkte.

De hoogte van het partnerpensioen was afhankelijk van het moment waarop u kwam te overlijden. Kwam u met de oude regels vóór uw 68e te overlijden? En bouwde u op dat moment geen pensioen meer op bij SPW? Uw partner kreeg dan een partnerpensioen dat u had opgebouwd tot het moment dat de deelname bij SPW eindigde.

Bij een opgebouwd partnerpensioen werd er elke maand geld gestort in een 'spaarpot'. Dit was bestemd voor het partnerpensioen. Jaarlijks bouwde u 1,313% (vanaf 2015) van de pensioengrondslag op aan partnerpensioen. Dit percentage was in de afgelopen jaren een paar keer gewijzigd. Tot 1 januari 2014 bouwde u 70% van de jaarlijkse pensioenaangroei van het ouderdomspensioen op. Per 1 januari 2014 wijzigde de opbouw van partnerpensioen naar 1,51% van de pensioengrondslag.

U bouwt geen pensioen meer op bij SPW. Uw kinderen krijgen alleen nog in de volgende gevallen (tijdelijk) wezenpensioen van SPW:

Als u tot 1 januari 2026 wezenpensioen hebt opgebouwd bij SPW. Hoeveel dit is, ziet u als u inlogt op onze website of op uw jaarlijkse pensioenoverzicht.

U heeft (nog) geen andere baan. Overlijdt u binnen 6 maanden na uw laatste werkdag? Dan houden uw kinderen recht op wezenpensioen.

Ontvangt u meteen na uw ontslag een WW-uitkering of een Ziektewetuitkering? Dan houdt uw kind jonger dan 25 jaar recht op wezenpensioen zolang u de uitkering ontvangt. Dat is zo geregeld in de wet.

U heeft het recht op partner- en wezenpensioen zelf verlengd. De kosten hiervoor betaalt u uit uw pensioenpot. Hierdoor wordt uw eigen pensioen wel lager.

U bouwt geen pensioen meer op bij SPW. Uw kinderen kregen 20% van het opgebouwde partnerpensioen bij het einde van uw dienstverband. Kwam ook uw partner te overlijden? Dan werd het wezenpensioen verdubbeld. Met de oude regels kreeg elk kind wezenpensioen totdat deze 18 jaar was of zolang uw kind studeerde totdat uw kind 27 jaar was.

Het bewegen van uw pensioen in de nieuwe regeling

Met de nieuwe regels gaat uw pensioen meer meebewegen met de economie. En met de opbrengst (rendement) van onze beleggingen. Het is moeilijk te voorspellen hoe de economie zich ontwikkelt. Gaat het slecht met de economie en onze beleggingen? Dan kan dat zorgen voor minder geld in uw pensioenpot. Uw verwachte pensioen kan dan omlaaggaan. Gaat het goed met de economie en onze beleggingen? Dan kan dat zorgen voor meer geld in uw pensioenpot. Uw verwachte pensioen kan dan omhooggaan.

We proberen het omlaaggaan van uw pensioen zoveel mogelijk te voorkomen.

Daarvoor hebben we maatregelen genomen. We stemmen de manier waarop we beleggen in de nieuwe pensioenregeling meer af op uw leeftijd. Ook zetten we geld opzij in een gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve). Gaat het slecht met de economie? Dan halen we geld uit de gezamenlijke buffer. Zo proberen wij uw pensioen in slechte tijden zo stabiel mogelijk te houden.

Bent u nog jong? Dan kunnen we nog lang voor u beleggen. We nemen als u jong bent meer risico. In goede tijden zorgt dat voor een hogere opbrengst (rendement). En als het tegenzit, is er nog veel tijd om dat weer op te vangen. Komt uw pensioen dichterbij? Dan nemen we minder risico met beleggen. Zo blijft uw pensioenpot stabieler.

Het is moeilijk om te voorspellen hoe de economie zich ontwikkelt. We weten daarom niet hoeveel pensioen u later precies krijgt.

Bent u al met pensioen? Dan stellen wij uw pensioen ieder jaar op 1 januari opnieuw vast. We proberen uw pensioen ieder jaar te verhogen. Dat kan als het goed gaat met de economie en onze beleggingen. Maar gaat het slecht met de economie? Dan kan uw pensioen omlaaggaan.

Dit is een nieuwe berekening die we eerst nog niet kenden. Daarom tonen we geen bedragen met de oude regels.

Met de nieuwe regels vanaf 1 januari 2026 stellen wij elk jaar uw pensioen opnieuw vast. Zo krijgt u een eerste indruk hoe het pensioen zich ontwikkelt. We bedoelen dan het bedrag dat u krijgt nadat u met pensioen bent. We gaan er bij de berekening van uit dat u op uw AOW-leeftijd met pensioen gaat. Wat u ziet is een verwachting van uw pensioen 10 jaar later. We kijken dus (ver) in de toekomst. En gaan er bij het bedrag van uit dat u al 10 jaar met pensioen bent.

Het kan nog lang duren voordat u 10 jaar met pensioen bent. Hoe jonger u bent hoe verder dat moment weg ligt. En hoe groter de kans op veranderingen. Het is daardoor moeilijker te voorspellen hoeveel pensioen u op dat moment krijgt. Het verschil tussen de bedragen als het mee- of tegenzit zijn ook (veel) groter.

Let op! Met de oude regels stond de hoogte van uw pensioen ook niet vast. Uw pensioen met de oude regels kon dus ook ieder jaar omhoog- of omlaaggaan.

Mijn ex-partner bouwde pensioen op bij SPW

U kreeg eind 2025 van ons een voorlopig overzicht van uw bijzonder partnerpensioen. In het voorlopig overzicht ziet u een eerste verwachting van uw bijzonder partnerpensioen met de nieuwe regels. Ook ziet u uw bijzonder partnerpensioen met de oude regels. In het voorlopig overzicht noemden we dit nog ‘de regels van nu’. We snappen dat u misschien vragen heeft. Daarom zetten we hieronder de veelgestelde vragen voor u op een rij.

Algemene vragen over het voorlopig overzicht

U kreeg het voorlopig overzicht via de post of digitaal bij ‘Uw berichten’ in uw persoonlijke omgeving van SPW. Dit ligt aan de keuze die u eerder maakte over het krijgen van berichten.

We berekenden de bedragen voor uw oude pensioen volgens de regels op 1 januari 2025. Dat pensioen staat ook op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) 2025.

Ook ziet u het verwachte pensioen met de nieuwe regels. Dat is een eerste inschatting. De verwachte bedragen berekenden we alsof we op 1 januari 2025 al waren overgestapt op de nieuwe regels voor pensioen.

We rekenden in het voorlopig overzicht met uw gegevens en onze gegevens op 1 januari 2025. Daarbij keken we ook naar hoe we er financieel voor stonden. Dat kunt u zien aan onze dekkingsgraad. Die was toen 128,8%. Deze dekkingsgraad gebruikten wij bij de verdeling van al ons geld (beschikbaar fondsvermogen) over de pensioenen van iedereen die bij ons pensioen opbouwt, heeft opgebouwd en pensioen van ons krijgt.

Op onze pagina over het vernieuwde pensioen leest u meer over wat er is veranderd. En over wat er hetzelfde is gebleven in de nieuwe pensioenregeling.

Ja, dat kan. Dit overzicht is voorlopig. We hebben het berekend met uw gegevens en onze financiële situatie op 1 januari 2025. De definitieve berekening maken we op het moment dat uw pensioen wordt overgezet, op 1 januari 2026. Dan gebruiken we uw actuele gegevens en onze financiële situatie van die datum. Daarom kunnen de definitieve bedragen anders zijn.

In onze nieuwe pensioenregeling berekenden we uw pensioen tot de AOW-leeftijd van uw ex-partner. Daarbij hielden we rekening met de AOW-leeftijd die nu geldt.

  • Is uw ex-partner geboren op of voor 31 december 1960? Dan is de AOW-leeftijd 67 jaar.
  • Is uw ex-partner geboren tussen 1 januari 1961 en 30 september 1962? Dan is de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden.
  • Is uw ex-partner geboren na 30 september 1962? Dan is de AOW-leeftijd nog niet bekend. In het voorlopig overzicht gaan we ervan uit dat de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden is.

Op de website van de sociale verzekeringsbank vindt u de verwachte AOW-leeftijd. 

De financiële situatie van SPW

Met de nieuwe regels heeft iedereen een pensioenpot gekregen. De nieuwe regels zijn gestart op 1 januari 2026. We berekenden hoeveel ieder pensioen in totaal waard was. Op de euro precies. Het totaalbedrag van alle pensioenen hebben we overgezet naar het vernieuwde pensioen. Het geld dat daarna over was verdeelden we verder.

Hoe beter onze financiële situatie op 1 januari 2026 was, hoe meer geld we na het overzetten van de pensioenen konden gebruiken voor:

  • Het vullen van de gezamenlijke buffer: we noemen dit ook wel de solidariteitsreserve. Met de buffer willen we zoveel mogelijk voorkomen dat uw pensioen omlaaggaat. Is de buffer goed gevuld? Dan gebruiken we een klein deel van de buffer om de pensioenen te verhogen.
  • Een compensatie voor wie de overgang naar het vernieuwde pensioen minder gunstig was: sommige deelnemers konden nadeel hebben van de overstap naar de nieuwe regels. Deze deelnemers kregen dan extra geld in hun pensioenpot. Of u recht had op compensatie hing van een aantal dingen af.
  • Een extra aanvulling van het pensioen van iedereen: we verdeelden het geld dat overbleef over het pensioen van iedereen die pensioen bij ons heeft.

Sociale partners (werkgevers- en werknemersorganisaties) hebben hierover afspraken gemaakt. De afgesproken regels staan in ons transitieplan.

Nee, alleen deelnemers die op 31 december 2025 deelnamen aan de pensioenregeling en premie betaalden hadden recht op compensatie. Dit geldt dus niet voor u als ex-partner.

Nee. Daar zit een jaar verschil in. In het voorlopig overzicht rekenden we met de financiële situatie van SPW op 1 januari 2025. De dekkingsgraad was op dat moment 128,8%. Bij de definitieve berekening rekenen we met de (actuele) dekkingsgraad van 1 januari 2026.

Wij willen graag weten wat u vindt van spw.nl. Help ons en beantwoord een gemakkelijke vraag. Of laat ons weten wat anders kan. Mening delen Nee, bedankt