U kreeg eind 2025 van ons een voorlopig overzicht van uw pensioen. In het voorlopig overzicht ziet u een eerste verwachting van uw pensioen met de nieuwe regels. Ook ziet u hoe uw pensioen eruitziet met de oude regels. In het voorlopig overzicht noemden we dat nog ‘de regels van nu’. We snappen dat u misschien vragen heef over het voorlopig overzicht. Daarom zetten we hieronder de veelgestelde vragen voor u op een rij.
U kreeg het voorlopig overzicht via de post of digitaal bij ‘Uw berichten’ in uw persoonlijke omgeving van SPW. Dit ligt aan de keuze die u eerder maakte over het krijgen van berichten.
Het voorlopig overzicht bestaat uit 2 delen:
Deel 1 is de brief bij het voorlopig overzicht. En het 1e deel van het voorlopig overzicht. Hierin staan de belangrijkste bedragen van uw pensioen. U ziet een eerste inschatting van uw pensioen met de nieuwe regels vanaf 1 januari 2026. En u ziet het bedrag van uw pensioen volgens de oude regels.
Deel 2 bestaat uit uw gegevens voor pensioen. En informatie over de verschillen tussen de bedragen die u ziet.
We leggen verschillende onderwerpen uit. U ziet bij elk onderwerp eerst het pensioen met de nieuwe regels. U ziet daarna uw pensioen met de oude regels. De onderwerpen zijn:
Let op! Niet iedere vraag geldt voor iedereen. Dit hangt af van uw persoonlijke situatie.
We berekenden de bedragen voor uw oude pensioen volgens de regels op 1 januari 2025. Dat pensioen staat ook op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) 2025.
Ook ziet u het verwachte pensioen met de nieuwe regels. Dat is een eerste inschatting. De verwachte bedragen berekenden we alsof we op 1 januari 2025 al waren overgestapt op de nieuwe regels voor pensioen.
We rekenden in het voorlopig overzicht met uw gegevens en onze gegevens op 1 januari 2025. Daarbij keken we ook naar hoe we er financieel voor stonden. Dat kunt u zien aan onze dekkingsgraad. Die was toen 128,8%. Deze dekkingsgraad gebruikten wij bij de verdeling van al ons geld (beschikbaar fondsvermogen) over de pensioenen van alle deelnemers.
Op onze pagina over het vernieuwde pensioen leest u meer over de veranderingen. En over wat er hetzelfde blijft in de nieuwe pensioenregeling.
Ja, dat kan. Dit overzicht is voorlopig. We hebben het berekend met uw gegevens en onze financiële situatie op 1 januari 2025. De definitieve berekening maken we op het moment dat uw pensioen wordt overgezet, op 1 januari 2026. Dan gebruiken we uw actuele gegevens en onze financiële situatie van die datum. Daarom kunnen de definitieve bedragen anders zijn.
Elk pensioen en elke persoonlijke situatie is anders. Daarom is het lastig om vooraf te zeggen wat er precies gebeurt als de situatie verandert. Bij ons of bij u.
Bij ons kan bijvoorbeeld de dekkingsgraad veranderen. We rekenden in het voorlopig overzicht met uw en onze gegevens op 1 januari 2025. Daarbij keken we ook naar hoe we er financieel voor stonden. Dat ziet u aan onze dekkingsgraad. Die was toen 128,8%. Op basis van deze dekkingsgraad verdeelden wij het beschikbare fondsvermogen over de pensioenen van alle deelnemers.
In januari 2026 is de nieuwe dekkingsgraad bekend. Is de dekkingsgraad omhoog gegaan? Dan kunnen we meer geld verdelen over alle pensioenen. Is de dekkingsgraad omlaag gegaan? Dan kan uw pensioen lager worden. Want dan hebben we minder geld om te verdelen over alle pensioenen.
Misschien veranderde uw persoonlijke situatie. Elke persoonlijke situatie heeft een andere invloed op pensioen. Werkt u nog voor een deel en bent u voor een deel met pensioen? Dan verandert uw pensioen bijvoorbeeld als u minder gaat werken. Of helemaal stopt met werken.
Met de nieuwe regels heeft iedereen een pensioenpot gekregen. De nieuwe regels zijn gestart op 1 januari 2026. We berekenden hoeveel ieder pensioen in totaal waard was. Op de euro precies. Dat deden we voor het pensioen dat u tot dan opbouwde. Of voor het pensioen dat u al van ons kreeg. Het totaalbedrag van alle pensioenen hebben we overgezet naar het vernieuwde pensioen. Het geld dat daarna over was verdeelden we verder.
Hoe beter onze financiële situatie op 1 januari 2026 was, hoe meer geld we na het overzetten van de pensioenen konden gebruiken voor:
Het vullen van de gezamenlijke buffer. We noemen dit ook wel de solidariteitsreserve. Met de buffer willen we zoveel mogelijk voorkomen dat uw pensioen omlaaggaat. Is de buffer goed gevuld? Dan gebruiken we een klein deel van de buffer om de pensioenen te verhogen.
Een compensatie voor wie de overgang naar het vernieuwde pensioen minder gunstig was. Sommige deelnemers konden nadeel hebben van de overstap naar de nieuwe regels. Deze deelnemers kregen dan extra geld in hun pensioenpot. Of u recht had op compensatie hing van een aantal dingen af. Verderop leest u hier meer over.
Een extra aanvulling van de pensioenen
We verdeelden het geld dat overbleef over het pensioen van iedereen die pensioen bij ons heeft. We verwachten dat dit kan bij een dekkingsgraad vanaf 112%.
Sociale partners (werkgevers- en werknemersorganisaties) hebben hierover afspraken gemaakt. De afgesproken regels staan in ons transitieplan.
Of u compensatie kreeg én hoeveel hing af van:
Als u via uw werk pensioen bij ons opbouwde op 31 december 2025.
Als u door uw arbeidsongeschiktheid (deels) pensioen bij ons opbouwde op 31 december 2025.
Onze financiële positie: de dekkingsgraad op 1 januari 2026.
Bij een dekkingsgraad op 1 januari 2026 van minimaal 107% was er ruimte voor de volledige compensatie.
Als u ouder was dan 33 jaar en 2 maanden en jonger dan 68 jaar.
Als u uw pensioen vrijwillig voortzette op 31 december 2025 nadat u uit dienst bent gegaan. Voorwaarde is dan wel dat u geen pensioen opbouwde via een andere werkgever.
Alleen wanneer u op 31 december 2025 deelnam aan onze pensioenregeling en premie betaalde had u recht op compensatie. Dat is als u nog werkte via een werkgever of als u arbeidsongeschikt was en nog bij SPW pensioen opbouwde.
Kreeg u pensioen en bouwde u daarnaast op 31 december 2025 ook nog pensioen op bij SPW? Dan had u recht op compensatie. Dat kan als u naast uw pensioen nog werkte via uw werkgever. Of als u voor een deel arbeidsongeschikt was. Had u recht op compensatie? Dan staat dit op het definitieve overzicht dat u in 2026 van ons krijgt.
Op 1 januari 2026 zijn de nieuwe regels gestart. Begin 2026 zetten we uw pensioen met de oude regels om in uw pensioen met de nieuwe regels. Als dat klaar is, krijgt u een definitief overzicht van ons. We verwachten dat u de tweede helft van 2026 het definitief overzicht ontvangt.
Heeft u toen u met pensioen ging het partnerpensioen niet (helemaal) gebruikt om uw eigen pensioen te verhogen? Dan krijgt uw partner dit pensioen wanneer u overlijdt. Het partnerpensioen beweegt meer mee met de economie en de resultaten van de beleggingen. Net als uw eigen pensioen kan dit elk jaar veranderen. Gaat het goed met de beleggingen? Dan kunnen de pensioenen eerder omhoog dan nu. Gaat het een langere periode slecht, dan kunnen de pensioenen ook omlaaggaan. Met de gezamenlijke buffer proberen we de pensioenen te beschermen als de resultaten van beleggingen tegenvallen. Het nieuwe maandelijks pensioen blijft dan het hele jaar gelijk.
Wanneer u overlijdt, krijgt uw partner het partnerpensioen dat u heeft geregeld toen u met pensioen ging. Uw partner blijft partnerpensioen ontvangen zolang hij of zij leeft. Op het Uniform Pensioenoverzicht dat u ieder jaar van ons ontvangt, ziet u hoe hoog het partnerpensioen is.
Wanneer u al volledig met pensioen bent, kunt u niet meer een nieuwe partner aanmelden voor het partnerpensioen.
Bij een opgebouwd partnerpensioen werd er elke maand geld gestort in een 'spaarpot'. Deze was bestemd voor het partnerpensioen. Jaarlijks bouwde u 1,313% (vanaf 2015) van de pensioengrondslag op aan partnerpensioen. Dit percentage was in de afgelopen jaren een paar keer gewijzigd. Tot 1 januari 2014 bouwde u 70% van de jaarlijkse pensioenaangroei van het ouderdomspensioen op. Per 1 januari 2014 wijzigde de opbouw van partnerpensioen naar 1,51% van de pensioengrondslag.
De hoogte van het partnerpensioen was afhankelijk van het moment waarop u kwam te overlijden. Wij onderscheiden hierbij drie situaties:
Kwam u op of ná uw 68e te overlijden? Uw partner kreeg een partnerpensioen dat u tot uw pensioendatum had opgebouwd.
Kwam u vóór uw 68e te overlijden en bouwde u op dat moment pensioen op bij SPW? Uw partner kreeg een partnerpensioen dat gelijk was aan het 'te bereiken partnerpensioen’.
Overlijdt u vóór uw 68e en bouwt u op dat moment geen pensioen meer op bij SPW? Uw partner krijgt een partnerpensioen dat u had opgebouwd tot het moment dat de deelname bij SPW eindigde.
Was uw pensioen afgekocht, overgedragen door middel van waardeoverdracht of had u al het partnerpensioen uitgeruild voor ouderdomspensioen? Dan had u geen partnerpensioen meer bij SPW.
Of en hoeveel uw partner krijgt, hangt af van de keuzes die u maakte toen u met pensioen ging. Het kan zijn dat u toen samen met uw partner koos om het pensioen voor uw partner om te zetten naar meer pensioen voor uzelf. U heeft dan een hoger pensioen voor uzelf, maar geen pensioen voor uw partner meer.
Heeft u kinderen jonger dan 25 jaar? Dan krijgen uw kinderen wezenpensioen wanneer u overlijdt. Dit is 14% van uw ouderdomspensioen. Als uw kinderen na uw overlijden geen ouders/verzorgers meer hebben (volle wees) is dit 28%. De hoogte van het wezenpensioen vindt u als u inlogt op onze website.
Met de regels van nu krijgt elk kind wezenpensioen totdat deze 18 jaar is of zolang uw kind studeert totdat uw kind 27 jaar is. Uw kinderen krijgen 20% van het opgebouwd partnerpensioen toen u met pensioen ging. Overlijdt ook uw partner? Dan wordt het wezenpensioen verdubbeld.
Uw kinderen zijn:
uw eigen of geadopteerde kinderen;
stief- of pleegkinderen die door u als eigen kinderen worden onderhouden en opgevoed.
Let op! Heeft u kinderen gekregen nadat uw ouderdomspensioen al volledig is ingegaan? Zij hebben dan géén recht op wezenpensioen.
In de nieuwe regeling wordt uw pensioen elk jaar opnieuw vastgesteld. Uw pensioen gaat meer meebewegen met de economie. En met de resultaten van de beleggingen. Uw pensioen kan eerder omhoog als het goed gaat, maar ook eerder omlaag als het slecht gaat. Het is niet goed te voorspellen hoe de economie zich ontwikkelt.
Dit betekent niet dat het pensioen dat u krijgt elk jaar heel erg daalt of stijgt. Wij nemen maatregelen om uw pensioen zo stabiel mogelijk te houden. We beleggen bijvoorbeeld met minder risico als u met pensioen bent. En we zetten geld opzij in een gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve) om tegenvallers zoveel mogelijk op te vangen. Met deze maatregelen zorgen wij ervoor dat uw pensioen zo stabiel mogelijk blijft.