Op deze pagina vindt u een overzicht van vaak voorkomende beleggingsbegrippen.
SPW is per 1 januari 2026 overgegaan op de nieuwe regels voor pensioen. In het oude pensioenstelsel speelde de dekkingsgraad nog een belangrijke rol. De dekkingsgraad was de graadmeter voor de financiële positie van het pensioenfonds. De dekkingsgraad gaf namelijk aan in welke mate een pensioenfonds in staat is om aan zijn pensioenverplichtingen te voldoen. De dekkingsgraad gaf de verhouding weer tussen het beschikbare vermogen en de verplichtingen. De verplichtingen zijn alle thans opgebouwde pensioenen die het fonds nu en in de toekomst moet uitbetalen.
De beleidsdekkingsgraad was in het oude stelsel gemiddelde van alle dekkingsgraden over een periode van 12 maanden. Het was tot 1 januari 2026 een belangrijke graadmeter om te bepalen of de pensioenen verhoogd konden worden. Sinds 31 december 2014 moesten pensioenfondsen iedere maand ook de zogenaamde beleidsdekkingsgraad aan DNB rapporteren. De beleidsdekkingsgraad werd berekend als het voortschrijdende gemiddelde van de gerapporteerde dekkingsgraden over het afgelopen jaar. Deze dekkingsgraad werd vanaf 2015 onder andere gehanteerd om te bepalen of een pensioenfonds zich in een tekortsituatie bevindt. Ook konden pensioenfondsen deze dekkingsgraad als basis gebruiken bij beleidsbeslissingen (bijvoorbeeld toeslagverlening). Door beleidsbeslissingen te baseren op de gemiddelde dekkingsgraad van het afgelopen jaar, hadden kortstondige schommelingen in de markt minder invloed op het beleid.
De rente(termijnstructuur) zoals deze op een bepaald moment in de financiële markt geldt en door de Nederlandsche Bank wordt gepubliceerd.
Bedrag dat het pensioenfonds nodig heeft om de huidige pensioenaanspraken en -rechten te kunnen afwikkelen.
Het totale bedrag dat een pensioenfonds beschikbaar heeft.