Wijzigingen Flexpensioenreglement januari 2021

Het flexpensioenreglement is onlangs op 2 punten aangepast. Hieronder leggen wij uit wat deze wijzigingen voor u kunnen betekenen.

Aanpassing i.v.m. te hanteren AOW leeftijd vanaf 2026

Vanaf 2020 wordt de AOW-leeftijd minder snel verhoogd. Dit is een van de afspraken uit het pensioenakkoord. Vooruitlopend op de nieuwe wetgeving die hieruit voortkomt, besloot het bestuur vorig jaar om de AOW-leeftijd vanaf 2025 op 67 jaar te stellen. Eind 2020 is de AOW-leeftijd vanaf 2026 bekend gemaakt.

De AOW-leeftijd vanaf 2026 is, net als voor 2025, vastgesteld op 67 jaar. Dat betekent dat, voor degene die vanaf 2026 de AOW-leeftijd bereikt, het fonds een AOW-leeftijd van 67 jaar blijft hanteren. Verder is eind 2020 vastgesteld dat de stijging van de AOW-leeftijd vanaf 2026 slechts voor 2/3 deel is gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting (in plaats van een 1-op-1-koppeling).

De AOW-leeftijd kan belangrijk zijn voor uw eventuele aanvullende pensioenproducten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan premievrije deelneming wegens arbeidsongeschiktheid. Deze uitkering stopt als iemand de AOW-leeftijd bereikt. Verder is de AOW-leeftijd van belang bij de hoog/laag-constructie met een kantelmoment op de AOW-leeftijd. En kan het een rol spelen bij vervroegd pensioneren vóór de AOW-leeftijd.

Artikel 1 van het pensioenreglement is hierop aangepast.

Aanpassing i.v.m. einde VPL-regeling

Op 31 december 2020 is de regeling voor extra ouderdoms- en partnerpensioen (ook wel ‘VPL-regeling’ of ‘voorwaardelijk pensioen’ genoemd), van SPW beëindigd. Nu het pensioenreglement de relatie tussen de deelnemer en het fonds regelt, is de beëindiging van de regeling voor aanvullend ouderdomspensioen ook opgenomen in het pensioenreglement.

Artikel 68 van het pensioenreglement is hierop aangepast.

29-03-2021